Na een vermoeiende tocht vanuit Angeren bereikte de familie Kleberg uit Arnhem uitgeput een boerderij in Lathum. De familie, bestaande uit zeven personen met een tweeling van anderhalf jaar, kon echter niet lang in de boerderij blijven. Na een nacht slapen vorderde het Duitse leger de stal. De familie ging op weg naar Zevenaar, waar een kennis hen onderdak kon bieden in Steenfabriek de Panoven.
De familie Kruitwagen, eigenaar van Steenfabriek de Panoven, ontving de familie met open armen. Er waren al een aantal gezinnen ondergebracht, maar toch vond de familie Kleberg een plaats in de ovenkamers. Jute zakken gevuld met stro deden dienst als matras op de bodem van de schachten van de steenoven. Het was er heerlijk warm en de dikke muren boden goede bescherming tegen de granaten. Omdat de geallieerden regelmatig de spoorlijn en het station van Zevenaar beschoten, sloegen de scherven in de spanten van de steenoven in. De geallieerden gebruikten de schoorsteen namelijk als richtpunt voor hun artillerie.
Het eten was een probleem. Dit kwam vooral omdat de familie niet over distributiebonnen beschikte: ze waren immers geen ingezetenen van Zevenaar. De vader kocht voedsel op de zwarte markt en de familie Kruitwagen bereidde het voor de familie Kleberg. Een welkome aanvulling op het dagelijks menu kwam tot stand doordat Duitse soldaten met handgranaten in de baggergaten visten. De vis die boven kwam drijven werd door broer Ton verzameld en in het woonhuis klaargemaakt. Dat het nog steeds gevaarlijk was bleek toen een bommenwerper, terwijl de Duitsers het beschoten, laag over kwam vliegen. In dit vuurgevecht raakten rondvliegende scherven een jongen uit een ander onderduikersgezin: Jacques Tebbenhof. Een Duitse hospitaalsoldaat verwijderde de scherven later uit Jacques' rug. Uiteindelijk trok de familie Tebbenhof verder: zij probeerden Groningen te bereiken, omdat ze daar familie hadden. Na twee weken was de situatie ook voor de familie Kleberg niet meer houdbaar. De winter stond voor de deur en er was een voedseltekort. De familie is noodgedwongen verder gereisd via Doesburg en Dieren naar Apeldoorn.
Oorlog
Tweede Wereldoorlog
1900-1950
Zevenaar
Liemers
Getuigen van de oorlog