Onder de weg van de Havendijk liggen de overblijfselen van een brug die ooit voor de Lekpoort lag. Dit was een van de stadspoorten van Culemborg (in de veertiende eeuw) en was gelegen in de 'Havenwijk'. Daar woonden voornamelijk schippers, visserslui en handelaren. Van de brug zijn enkele aquarellen en etsen geschilderd, dus we hebben een redelijk beeld van hoe deze er uit heeft gezien. Minder bekend zijn de precieze afmetingen van de brug en de aansluiting op de Lekpoort. De Gemeente Culemborg gaf BAAC in 2017 opdracht hier een (bouw)historisch onderzoek naar uit te voeren.
Culemborg werd in de late middeleeuwen een florerende handelsstad door de aanwezigheid van drie marktpleinen en twee havens. De gunstige ligging bij het knooppunt van de rivieren de Lek en de Meer zorgde ervoor dat handelswaar uit de regio makkelijk aan- en afgevoerd kon worden. Het gebied van wat nu ongeveer de huidige binnenstad is, was een versterkte handelsplaats met aarden wallen en grachten. Na het verkrijgen van stadsrechten in 1318 groeide de stad snel. Met de stadsuitbreiding in 1370 werd de 'Havendijk' gebouwd. Deze nieuwe wijk moest beschermd worden tegen invallers van buitenaf. Dit gebeurde met aarden wallen met planken ertegenaan en daarop aangeplante doornstruiken. Zo’n vijftig jaar later waren de doornstruiken vervangen door een stenen muur. De oude Lekpoort, gesloopt in 1572, aan de stadskant werd een binnenpoort en een nieuwe Lekpoort werd gebouwd aan de noordkant van de wijk.
Op de stadsplattegrond van Blaeu uit 1649 is de nieuwe Lekpoort en de directe omgeving te zien. De Lekpoort bestond uit twee gebouwen, het grote poortgebouw aan de stadskant met een spitse daktoren en een kleine, deels in de gracht gelegen, voorpoort die verbonden was met een houten brug naar de Lekzijde toe. Het poortgebouw werd bij een verbouwing in 1729 een volledig stenen gebouw. Waarschijnlijk is de houten brug ook in deze periode vervangen door een stenen brug met één boog waar het waterverkeer onder door kon. Ergens in de negentiende eeuw is er een smeedijzeren hekwerk op de brug geplaatst.
BAAC heeft eerst een kadasteronderzoek uitgevoerd. Hieruit bleek dat de Lekpoort en de twee achterliggende gebouwen sinds omstreeks 1832 eigendom van Culemborg zijn. De Lekpoort en achterliggende bebouwing worden in de negentiende eeuw afgebroken. Een groot gedeelte van de brug aan de zuidzijde verdwijnt door de jaren heen onder het wegdek, aan de noordzijde is nog een gedeelte zichtbaar van de brug.
Verder heeft BAAC een bouwhistorische beschrijving gemaakt van de overblijfselen van de brug en de gracht en enkele aanbevelingen gedaan voor nader onderzoek. Met een bootje is vanaf het water de buitenkant van het metselwerk geïnspecteerd en is de constructie van het gewelf onder de brug bekeken. Het metselwerk is deels bepleisterd en alleen onder het gewelf en een gedeelte aan de buitenzijde van de brug bij het talud is onbepleisterd. Er zijn verschillende typen bakstenen gebruikt waarbij de onderste laag stenen het grootste en oudste zijn. Deze onderste delen zouden een datering hebben van ergens tussen 1650 – 1750.
Aan de zuidzijde van de gracht is een strook van de oever verstevigd met houten delen, het houtwerk lijkt recent vernieuwd te zijn. Aan de noordzijde is een deel van de oeverstrook verstevigd met gekantelde dakpannen die zijn afgewerkt met een pleisterlaag; waarschijnlijk een soort kadeplaats. Mogelijk zijn deze dakpannen in de negentiende eeuw aangebracht en vermoedelijk afkomstig van een voormalige steenfabriek uit de buurt van Culemborg. Nader onderzoek naar eventuele stempels op de dakpannen zou dit verder kunnen uitwijzen.
Omdat vermoed werd dat er nog funderingsresten van de Lekpoort onder het wegdek aanwezig zouden kunnen zijn was één van de aanbevelingen een archeologisch onderzoek om dit verder in kaart te brengen. In 2018 heeft BAAC dan ook op drie locaties gegraven, waarbij onder andere de westelijke hoek van de Lekpoort is gevonden. Het gevonden muurwerkstamt uit de veertiende of vijftiende eeuw. De zuidwestkant van de brug is dicht gemetseld. Uit het onderzoek is het niet duidelijk geworden of de dichtzetting onder het bruggewelf is aangebracht of tegen de zuidwestzijde van de frontmuur.
Er is door BAAC een globale reconstructie gemaakt van de stadspoort en deze gepositioneerd in het huidige straatbeeld. In toekomstige planvorming van de gemeente zou een relatie gelegd kunnen worden met de voormalige stadspoort op deze locatie. Een manier om de brug weer beter zichtbaar te krijgen in het stadsbeeld zou gerealiseerd kunnen worden door de gracht weer door te trekken en de gewelfconstructie van de brug aan zuidzijde uit te graven en net als aan de noordzijde weer zichtbaar te maken.
Bronnen:
Dit verhaal is onderdeel van de Gelderse Archeologische Kroniek 2019.
Margriet Stronkhorst, adviseur Archeologie Omgevingsdienst Rivierenland, CC-BY-NC
Archeokroniek
Archeologie
1000-1500
Culemborg
Rivierengebied