Culemborg bezit drie marktpleinen, die het hart vormen van de oude binnenstad. Ze herinneren aan de tijd dat de stad aan de Lek een echte handelsstad was. Een marktplaats zijn de pleinen nog maar zelden. Alleen de wekelijkse dinsdagmarkt is springlevend. Een markt met een lange geschiedenis.
Na 1250 verrijzen bij het huidige grote marktplein de eerste huizen. Ze zijn van kooplieden die hier hun zaken doen. Het dorp ligt gunstig, op het knooppunt van de rivieren de Lek en de Meer. Op dinsdag komen boeren en kooplui uit de wijde omgeving om producten te verhandelen. Haring, tarwe, bonen, boter en honing. De bedrijvigheid trekt veel volk. Culemborg groeit uit tot een belangrijke marktplaats in de regio.
Op Sint-Nicolaasdag 1318 ontvangen de Culemborgers van hun heer stadsrechten, waaronder tolvrijheid op de markten. Producten kunnen nu belastingvrij worden verhandeld. Die grote dag in 1318 was niet zomaar gekozen. Sint-Nicolaas is de beschermheilige van de kooplieden. Ook het gilde van de Culemborgse kooplieden is naar hem vernoemd.
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Culemborg. Het volgende venster is hier te vinden.