De Stichting Kasteeltuin Culemborg bewaart een bijzondere snaveltrip van rond 1450. De laat-middeleeuwse onderschoen werd gevonden in een oud riool van het voormalige kasteel door vrijwilliger Bas Smorenburg.
“Ik weet nog precies hoe we deze snaveltrip vonden,” vertelt Bas Smorenburg, vrijwilliger bij de Kasteeltuin in Culemborg. “In 1991 spoten we een oud riool van het kasteel door met water zodat de inhoud ervan naar buiten kwam. Tussen de modderige troep vonden we fragmenten van hout en leer, waarin leerspecialist O. Goublitz van de toenmalige Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek direct een trip herkende.“
Trippen zijn (onder)schoenen met een houten zool en twee toegesneden verdikkingen onder de zool en de hak. Zowel heren als dames schoven ze onder hun schoenen en maakten ze vast met de leren riempjes. Zo kreeg je geen koude voeten en werden de mooie schoenen niet vuil door stratendrek. Door de vorm wordt dit type snaveltrip genoemd.
Na een reconstructie door de heer Goublitz met het bovenwerk van een soortgelijke exemplaar is de snaveltrip weer in oude luister te bewonderen. “Meestal verdween dit soort schoeisel in de kachel als het versleten was, het is dus tamelijk uniek dat deze snaveltrip op de een of andere manier bewaard is gebleven.”
Dit verhaal is verzameld in het kader van de tentoonstelling Mijn stad, mijn schat in het Elisabeth Weeshuis Museum, van 30 maart tot 2 september 2018 in het Elisabeth Weeshuis Museum in Culemborg.
Archeologie
1000-1500
Culemborg
Rivierengebied
Mijn stad, mijn schat