Sinds 2016 bestaat in het Valkhof Museum in Nijmegen de ArcheoHotspot, als zogenaamd ‘citizen science’ project. De ArcheoHotspot wordt bemenst door vrijwilligers en iedereen kan hier meehelpen aan de uitwerking van archeologische projecten. In 2018 is gestart met het project 'Uitzoeken grondmonsters Kops Plateau'. Hierbij zijn veel interessante nieuwe vondsten te voorschijn gekomen.
Bij de grootschalige opgravingen tussen 1986 en 1995 op het Kops Plateau in Nijmegen zijn door de voormalige Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek ongeveer 1250 grondmonsters voor botanisch onderzoek verzameld. Deze monsters zijn geflotteerd, dat wil zeggen dat de botanische resten door het toevoegen van water zijn gescheiden van het zand. Het zand en grind en andere zware restanten bleven als residu over. Bij de overdracht van de botanische resten aan het Provinciaal Depot van Gelderland was het de bedoeling dat de residuen weggegooid zouden worden, omdat ze geen belangrijke vondsten meer zouden bevatten. Op initiatief van het Provinciaal Depot kon dit op het laatste moment tegengehouden worden en zijn ze toegevoegd aan de collectie.
In Museum Het Valkhof zijn de residuen door de vrijwilligers en bezoekers van de ArcheoHotspot gezeefd en vervolgens uitgesorteerd in verschillende materiaalgroepen: botmateriaal, aardewerk, glas, leem, mortel en metaal. De vondsten zijn per categorie weer met een nieuw vondstkaartje verpakt en bewaard. Inmiddels zijn 811 residuen bekeken, waardoor een eerste evaluatie van de resultaten plaats kan vinden.
'En wat heeft dit nu voor zin?' was een terugkerende vraag van de bezoekers. Het materiaal op tafel zag er wellicht niet echt spectaculair uit: een hoop zand met wat minuscule stukjes aardewerk, fragmentjes bot en kleine stukjes metaal, maar de aangetroffen botjes en zaadjes bijvoorbeeld geven ons informatie over de voeding en de flora in de Romeinse tijd. Veel regionale soorten vis bevinden zich onder de vondsten, maar ook resten van Spaanse makrelen. Deze hebben hoogstwaarschijnlijk hun weg naar Nijmegen gevonden in de amforen met vissaus. Ook zijn er menselijke crematieresten aanwezig, die uit graven afkomstig zijn, maar niet als zodanig in het veld geïdentificeerd waren. Resten van eierschalen zijn de overblijfselen van maaltijden. Over andere objecten laaide de discussie onder de bezoekers op: betrof het soms zogenaamde coprolieten, versteende uitwerpselen van een mens of een dier?
Tenslotte zijn er veel bijzondere vondsten gedaan: bronzen en ijzeren ringetjes van maliënkolders (geen hiervan is opgemerkt bij de opgraving!), metaalslak (hamerslag) van een ijzersmid en goudfolie van metaalverwerking, vuurgeharde ijzeren spijkers uit graven, die er na 2000 jaar nog puntgaaf uitzien, en een glazen speelsteen en twee parels. Eén van de favoriete vondsten van de vrijwilligers was een fragment van mozaïekglas. Met zijn onopvallende kleur lijkt het bijna een wonder dat het tussen het zand werd ontdekt. De nieuwe vondsten van Kops Plateau wachten nu op het onderzoek door de diverse specialisten.
Dit verhaal is onderdeel van de Gelderse Archeologische Kroniek 2019.
Michèle Ernste, Maruschka Jansen en Stephan Weiß-König, CC-BY-NC
Archeokroniek
Archeologie
-3000-500
Nijmegen
Rijk van Nijmegen