In 1824 kocht Jan Hendrik Ameshoff de papierfabriek De Vlijt en het bijbehorende landgoed. Ameshoff brak het huis af en bouwde daarvoor in de plaats de huidige villa Marialust, toen nog bekend onder de naam De Vlijt.
In 1843 ging het bezit over aan de koperfabrikant W.H. de Heus. In 1844 liet hij het koetshuis bouwen. De Heus behield de fabriek en een stuk grond, dit stuk grond stond later bekend als Sophia's Hoeve, maar verkocht in 1852 het merendeel van het landgoed aan de familie Brewer. Omdat de naam van de fabriek De Vlijt bleef, gaf de familie Brewer de naam Maria's Lust aan het landgoed; de vrouw van Brewer heette Maria en ook twee van zijn dochters droegen Maria in hun naam.
Brewer verkocht het landgoed Maria's Lust in 1855 aan Rene de Fiellietaz Goethart. In die jaren had het landgoed nog niet de parkachtige uitstraling die wij ons nu bij een 'landgoed' voorstellen. Het bestond voornamelijk uit heidegrond. De Fielliettaz Goethart liet een groot deel daarvan ontginnen en verkavelen, maar verkocht het terrein in 1884 aan de NV De Olster Steenfabrieken.
Deze NV, waarvan H.C. van der Houven van Oordt aandeelhouder was, liet het landgoed als villapark exploiteren. Van der Houven van Oordt had al eerder het landgoed de Pasch verkaveld en verkocht en het Oranjepark aangelegd. Terwijl hijzelf in Marialust ging wonen, zette hij op het landgoed de aanleg van het Wilhelminapark in gang. In 1890 droeg hij het park over aan de gemeente en startte hij de verkoop van de aangrenzende percelen. Hij verkocht villa Marialust in 1892 aan de familie Van Haersma de With die het tot 1916 in haar bezit hield.
In de loop van de 20ste eeuw bood villa Marialust onder meer onderdak aan een bontwerkerij, de Luchtbeschermingsdienst en het gemeentelijke museum. In 1993 kocht Jan Brouwers de villa, die er een reclamebureau en een galerie in vestigde. Het omliggende terrein kreeg in 1970 de naam Verzetsstrijderspark.
Apeldoorn
Landschap
1800-1900
Apeldoorn
Veluwe
Apeldoorn