Wie nu langs het kanaal rijdt of er via de brug over komt, ziet niet veel bijzonders. Af en toe een visser langs de kant en op sommige plekken kun je een roeiboot huren, bijvoorbeeld bij de Loenense en Brummense brug. Wie voor 1970 geboren is herinnert zich de schepen die door het kanaal voeren. De brug lag eruit, zodat het wegverkeer gestremd was. “Wat dat duurt” mopperden sommige ongeduldige mensen soms. Het kanaal moest meerdere keren uitgebaggerd worden om schepen met meer diepgang te kunnen verwerken.
Voor de oorlog was het kanaal heel ondiep, als ik mijn vroegere buurman Willem Hafkamp, boer en eierenophaler voor groothandel Krudde in Deventer, moet geloven. Hij was geboren in 1899 en hij zei: je kon zo van de ene kant naar de andere kant lopen zonder kopje onder te gaan. Als jongen deed ik dan mijn kleren uit, sneed de punten uit een kunstmestzak en stak mijn benen erdoor bij wijze van zwembroek. Zo liep ik door het water.
Het Apeldoorns kanaal werd aangelegd in twee gedeelten. Het tracé Apeldoorn – Hattem is geopend in 1829. In 1858 werd een begin gemaakt met de doortrekking naar Dieren omdat van het noordelijk deel te weinig gebruik gemaakt werd. In 1865 kwam daar een drietrapsschutsluis (meer informatie in deze PDF), die uniek was in Nederland en aansluiting met de IJssel bewerkstelligde. Pleitbezorgers van het zuidelijke tracé waren o.a. de burgemeester van Apeldoorn, baron Sloet tot Olthuis, J.R. Krepel van de kopermolen in Klarenbeek en G. Huiskamp, papierfabrikant in Eerbeek.
Een niet voorzien probleem was het teveel aan waterverlies bij de sluis in Dieren. Het waterpeil moest verhoogd worden. Bestaande beken zoals de Loenense- Eerbeekse- en Beekbergse beek, konden niet worden gebruikt omdat anders de stroomafwaarts gelegen gebieden en watermolens droog zouden komen te liggen. Die beken werden onder het kanaal doorgeleid en vervolgden zo hun weg naar de IJssel. Daarom moesten sprengen gegraven worden. Het bekendste voorbeeld is de Vrijenbergerspreng die de waterval opgeleverd heeft.
Het kanaal is van grote economische betekenis geweest voor de oostelijke Veluwe , met name voor de landbouw en industrie. Te denken valt aan de papierfabrieken van Loenen en Eerbeek en kalkzandsteenfabriek 'De Alba' (de stenen waren wit) die eigen boten had. In 1843 werd Rijkswaterstaat eigenaar tot 1997. Vanaf dat jaar kwam het kanaal in handen van waterschap Veluwe. De vaart loopt parallel aan de IJssel. Bij lage en hoge rivierstanden was de IJssel moeilijk te bevaren wegens onvoldoende vaardiepte, respectievelijk sterke stroming. De route via het kanaal was dan vooral voor kleine schepen zeer aantrekkelijk. De sluis bij Dieren werd geopend op 1 december 1868. Van 1878 tot plus minus 1930 werden werken uitgevoerd om grotere schepen toe te laten tot 200 ton.
Het scheepvaartverkeer van Dieren naar Apeldoorn was na de Tweede Wereldoorlog flink toegenomen en in 1954 werd in principe besloten dit stuk van het kanaal geschikt te maken voor de zogenaamde kempenaars, schepen tot pakweg zeshonderd ton. In Dieren werd een nieuwe sluis gebouwd met een schutlengte van 75 meter. De oude drietrapssluis werk gesloopt. In 1998 werd de stichting 'Apeldoorns Kanaal' opgericht die het opnieuw bevaarbaar maken van het kanaal propageerde vooral op instigatie van horeca- en recreatiebedrijven. Voordat ze dan in Dieren zijn, duurt dat wel even. Het plan is niet uitgevoerd, veel te duur. De economische recessie die in 2008 begon, zal daar ook aan bijgedragen hebben.
Dit is een samenvatting van het oorspronkelijke artikel 'geschiedenis van het Apeldoornsch Kanaal' (1992) van M. Kobussen, gepubliceerd in het periodiek van Oudheidkundige Vereniging De Marke. Het hele artikel lees je in de gedigitaliseerde periodiek, p. 4 -8 van deze PDF.
Meer lezen:
Deze inleiding op het originele artikel van M. Kobussen (1992) is geschreven door Willem Klomp (2021), CC-BY-NC
Industrie
Landschap
1800-1900
Apeldoorn
Veluwe