De Loenense waterval, met zijn verval van 15 meter de hoogste van Nederland, was op het moment dat Craandijk haar bezocht nog geen 20 jaar oud. In 1869 was de Vrijenbergspreng gegraven. Die liep van de sprengkop, een stukje ten zuiden van de Loenenseweg, naar het Apeldoorns Kanaal.
De reden dat de spreng werd gegraven was ook zuiver functioneel: water aanvoeren voor het kanaal. De waterval was enkel en alleen aangelegd om het verval in goede banen te leiden.
"'t Is geen Zwitsersche of Noorweegsche bergstroom, die donderend neerstroomt langs magtige klippen en wolken van schuim doet opstuiven in zijn geweldige verbolgenheid. Wij zouden wel dwaas moeten zijn, om iets dergelijks hier op de Veluwe te verwachten en verkeerd zouden wij doen, als wij de herinnering aan zulke overweldigende natuurtooneelen 't genoegen lieten bederven, dat het gezigt van dezen Loenenschen waterval ons bereiden kan."
Dit schreef de populaire reisboekenschrijver dominee Jacobus Craandijk al in 1888 in zijn 'Nieuwe Wandelingen door Nederland'.
Mede dankzij de aandacht van Craandijk ontwikkelde de waterval zich echter al snel tot een toeristische attractie van formaat. Er zijn weinig plekken op de Veluwe waarvan meer ansichtkaarten en souvenirs werden verkocht.
Apeldoorn
Landschap
Vrije tijd
1800-1900
Apeldoorn
Veluwe
Apeldoorn