Als je op een kaart uit de negentiende eeuw kijkt dan zie je vlak onder Apeldoorn een oerbos, ook wel Het Beekbergerwoud. Een moerasachtig gebied, dat lastig te begaan was. Vanwege de onaangetaste natuur was het een geliefde plek bij plantkundigen. Het bos heeft in 1869 plaatsgemaakt voor landbouw, om arme bewoners een beter bestaan te bieden. Het zorgde voor werk en voedsel. Hoe zag dit oerbos eruit? En hoe werd het gebruikt?
Het Beekbergerwoud, ter plaatse 'Het Woud' genoemd, of in het plaatselijk taalgebruik 'Het Wold', behoorde tot de Lierdermark. Het gebied was bij natuurliefhebbers zeker wel bekend, maar de kans dat Het Woud onaangetast zou blijven was te verwaarlozen. Dat heeft als hoofdoorzaak dat Nederland behoefte had aan landbouwgrond voor werkgelegenheid en voedselvoorziening. De woeste gronden van de markengenootschappen leverden te weinig op.
Het drassige natte moerasbos was moeilijk te betreden, daar er het grootste gedeelte van het jaar tot tachtig centimeter water stond. Alleen tijdens strenge winters konden mensen uit de omgeving het bos in om hout te halen. En soms bij hele droge zomers dreven boeren hun koeien het bos in voor verkoeling. Het woud bestond uit elzen, essen en wilgen. In de hogere delen groeiden ook eiken. Het moerasbos, omringd door enorme heidevelden, kende een grote diversiteit aan bomen, struiken en vogels. Plantkundigen trokken er graag naar toe om de rijkdom te zien en te beschrijven.
Koning Willem I stimuleerde al de verdeling van de markegronden, door wettelijk vast te leggen dat een waardeelhouder al de verdeling van een hele mark kon eisen. De meeste markengenoten vreesden echter dat door het opsplitsen en ontginnen van de woeste gronden hun agrarische bedrijfsvoering in gevaar kwam. Zij weigerden hieraan mee te werken. Een Koninklijk Besluit van 24 juni 1837, dat de mogelijkheid bood van overheidswege pressie uit te oefenen om tot grondverdeling over te gaan, drukte het verzet de kop in. Het opheffen van het markenstelsel raakte in een stroomversnelling. De markenwetten van 1847 en 1886 bezegelden het lot van de marken. Een katalysator was de uitvinding van de kunstmest.
Later is een gedeelte van het voormalige oerbos van boeren opgekocht door de vereniging Natuurmonumenten, die het woud weer zoveel mogelijk in oude glorie wil herstellen.
Dit is een samenvatting van het oorspronkelijke artikel van H. van Lohuizen, gepubliceerd in het periodiek van Oudheidkundige Vereniging De Marke (1980). De inhoudsopgaves van alle jaargangen van het periodiek staan online op de website van de Vereniging. Het volledige artikel van H. Van Lohuizen is online te lezen: 'Het Beekberger Woud'.
Landschap
1800-1900
Apeldoorn
Veluwe