Batik-ateliers van Agathe Wegerif

De eerste grootschalige projectontwikkeling ondernam Chris Wegerif in 1897 en betrof het zogenaamde 'Kalverstraatgebied', waarin hij verschillende arbeiders- en middenstandswoningen verhief.

Daar stonden ook, vanaf 1898 tot ongeveer 1925, de batikateliers van Agathe Wegerif-Gravestein. Onder haar leiding en die van haar bedrijfsleidster Willy Julien produceerden hier 25 á 30 meisjes batiks op een vrij grote schaal. Voor de ontwerpen was ze afhankelijk van allerlei bevriende kunstenaars.

Internationaal aanzien

De fabrieksmatige aanpak kwam haar op kritiek te staan, maar desondanks verwierf ze met haar batiks internationaal aanzien. Met haar batiks was ze te zien op tentoonstellingen in Rome (1904), Londen, Boedapest, Wenen en Berlijn (1906). Ze produceerde ook batiks voor de Haagse 'Arts and Crafts'-kunsthandel van haar man en verzorgde tevens met haar batiks de stoffering van de meeste van zijn meubels en interieurs.

Fantastisch

Vanaf 1914 maakte ze haar eigen ontwerpen die ze 'fantastische batiks' noemde, waarin ze exotische planten en vissen afbeeldde. Na het overlijden van Chris nam haar productiviteit af en in 1925 hielden de ateliers op te bestaan.