Willem Johan Kolff (1911-2009), ook wel Pim genoemd is de uitvinder van de kunstnier, de hart-longmachine, het kunsthart en ontwikkelde de kunstarm, de kunstlong, het kunstoog en het kunstoor.
Na zijn geboorte in Leiden verhuisde het jonge gezin Kolff naar het Gelderse Hummelo. Op zesjarige leeftijd kwam Pim in Beekbergen te wonen waar zijn vader geneesheer directeur van het Sanatorium werd. Van zijn zevende tot zijn zeventiende jaar kreeg hij timmerles van dorpstimmerman Mooij. In Apeldoorn doorloopt de dyslectische Kolff het Gymnasium met de hakken over de sloot. Vervolgens volgde hij in Leiden de artsenopleiding.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde Kolff met zeer schaarse middelen de kunstnier. Hij was toen inmiddels geneesheer in Kampen. Voor de eerste kunstnier gebruikte hij onder andere materialen van een neergeschoten Brits jachtvliegtuig, een waterpomp uit een auto, cellofaan van een worsten maker en het motortje van een naaimachine. Na jaren van experimenteren onder zeer ongunstig omstandigheden wist Kolff zijn werk tot een succes te maken en promoveerde in 1946 cum laude.
Nederland werd te klein en het gezin, hij had inmiddels vier kinderen, emigreerde naar Amerika. In 1956 ontwikkelde Kolff de hart-longmachine en een jaar later het kunsthart. In 1967 werd hij hoogleraar chirurgie in Salt Lake City en werd inmiddels, naar schatting, door zo’n 20 miljoen patiënten op handen gedragen. Verder werkte hij aan de kunstarm, kunstlong, kunst oor en het kunstoog.
Kolff kreeg 13 eredoctoraten, de laatste op 95 jarige leeftijd. Ook ontving hij 127 internationale onderscheidingen. Kolff werd maar liefs vier keer genomineerd voor de Nobelprijs maar hij kreeg hem nooit.
Verder lezen: Kolff de pio-NIER
Willy Rouwenhorst-Hartgers, Vereniging Oud Apeldoorn