Christiaan Eijkman is een beroemd geworden medicus. Hij wordt in 1858 geboren in Nijkerk, in de voormalige Franse school (Venestraat 37). Zijn vader is van 1850 tot 1861 hoofd van deze school.
Eijkman studeert in 1883 cum laude af als arts in Amsterdam. In Nederlands-Indië ontdekt hij de oorzaak van de tropische ziekte beriberi: een tekort aan een onontbeerlijke stof die voorkomt in de vliesjes van ongepelde rijst. Deze stof wordt later vitamine B1 genoemd.
Eijkman is met deze ontdekking de grondlegger van de vitamineleer. Eijkman doet onderzoek en geeft les op de STOVIA in Batavia (nu: Jakarta), de School tot Opleiding van Inlandsche Artsen. Volgens David van Reybrouck, auteur van het boek Revolusi is op dit instituut voor het eerst een nationaal bewustzijn van Indonesiërs gegroeid. Hoe kansrijk de Indonesische studenten ook zijn, zij realiseren zich dat het niet mogelijk is de positie van de koloniale machthebbers te bekleden. Op 20 mei 1908 richten studenten de Budi Utomo op (‘Nobel Streven’), de vroegste politieke organisatie van Indonesië. 20 mei geldt nu nog als de Dag van het Nationale Ontwaken.1
In 1929, een jaar voordat hij overlijdt, ontvangt Eijkman de Nobelprijs voor fysiologie en geneeskunde. In Nijkerk dragen de Professor Eijkmanstraat en het Eijkmanplantsoen zijn naam.
De STOVIA draagt tegenwoordig de naam van Eijkman en heet nu het Eijkman Molecular Biology Research Center, gelegen aan de Jalan Diponegoro 69 in Jakarta. In het centrum van Bandung is een straat naar hem vernoemd: De Jalan Professor Eyckman (Professor Eijkmanstraat).
Bron:
1 David van Reybrouck, Revolusi. Indonesië en het ontstaan van de moderne wereld (Amsterdam 2020), 95-96.
Leestips:
Museum Nijkerk, CC-BY-NC