In 1863 ging in Lochem een van de eerste stedelijke gasfabrieken van ons land in bedrijf. Al rond 1850 had ene Jacob Bosch daarvoor een concessie aangevraagd.
Maar de gemeenteraad besloot om als gemeente een eigen gemeentelijk gasbedrijf te stichten. De exploitatie hiervan kwam voor rekening van de gemeente Lochem; wel besloot men om Bosch aan te stellen als directeur.
Gas was een bij uitstek stedelijke voorziening. Terwijl lantaarnaanstekers in de stad de gaslantaarns aanstaken en daarmee zorgden voor nachtelijke veiligheid, bleef het in de dorpen en het buitengebied pikdonker. En waar stedelingen steeds vaker kolenfornuis en petroleumstel konden vervangen door een gasfornuis kon dat buiten de stad pas halverwege de twintigste eeuw, nadat butagas in zwang raakte. Pas na 1970 zou de komst van aardgas een eind maken aan de ongelijkheid. En ook dat duurde nog zeker een jaar of tien.
Het was met overige nutsvoorzieningen niet veel anders. De watertoren van Lochem dateert van 1924 en voorzag toen al stedelingen van schoon drinkwater, maar buiten de stad duurde het soms tot na 1960 voordat het soms roestbruine pompwater verleden tijd was.
Elektriciteit en telefoon bereikten de meeste inwoners, ook van het buitengebied, al omstreeks 1935. In de stad en de grotere dorpen ging dat toen al via ondergrondse leidingen, maar daarbuiten nog lang bovengronds langs 'telefoonpalen'.
Naast schoon drinkwater is de afvoer van afvalwater een basisvereiste voor de volksgezondheid. Toch duurde het nog tot het begin van de eenentwintigste eeuw voordat het hele Lochemse buitengebied was voorzien van riolering. En pas sinds 2019 is er overal een glasvezelnetwerk.
Zie ook de websites van HG Lochem Laren Barchem & De Elf Marken.
Wout Klein 2021, CC-BY-NC-SA
Lochem
Streekgeschiedenis
1800-1900
Lochem
Achterhoek