Folckerus is een rijke Friese edelman. Hij heeft bezittingen in de huidige provincies Groningen, Friesland, Utrecht, Gelderland (in de Betuwe en op de Veluwe) en in het Kennemerland. In een schenkingsakte van hem wordt de naam Irminloo voor het eerst genoemd in 855. Zoals bekend komt de naam Ermelo van Irminloo.
In november 855 wordt de oudst bekende akte opgesteld die geheel over de Veluwe gaat. Door de invallen van de Noormannen besluit Folckerus steun te zoeken bij de toenmalige kerk. Hij wil monnik worden en intreden in het klooster van Werden. Dit ligt vlakbij het Duitse Oberhausen aan de Ruhr. Daarom doet hij schenkingen aan dit klooster. Folckerus wil wel zwart op wit hebben dat hij bezittingen op de Noordwest-Veluwe cadeau doet aan het klooster van Werden. Monnik Hildric komt met enkele broeders uit Werden met de boot via rivier de Ruhr naar Hlara bij Rhenen. Daar wordt op perkament een schenkingsakte opgemaakt waarin de naam Irminloo voorkomt. Hij doet zeventien bezittingen cadeau aan het klooster, zoals bossen, weidegronden, wateren en opstallen.
Folckerus stamt af van een rijke familie uit Friesland. Wanneer hij is geboren, is niet bekend. Sommigen spreken over omstreeks 800. Ook is er niets bekend over een echtgenote en kinderen. Zijn familie heeft banden met diverse adellijke geslachten. Waarschijnlijk maakt zijn naaste familie deel uit van twee belangrijke gravenfamilies. Uit de schenkingsakte blijkt dat hij het eigendom van zijn goederen heeft gekregen door erfrecht. Vermoedelijk heeft hij zowel goederen van vaders- als moederskant geërfd. Folckerus woont te Hlara ten oosten van Rhenen. Hij heeft daar waarschijnlijk een grote hoeve die de kern van zijn grootgrondbezit in dat gebeid vormt. In deze omgeving heeft hij nog meer eigendommen.
Dit is een venster uit de Canon van Ermelo
Vorige vensterVolgende venster
Bronnen en verder lezen:
Canoncommissie Ermelo, CC-BY-NC