Aan het eind van de achttiende eeuw gingen nog niet alle kinderen naar school en zeker niet zo lang als nu. Er waren mensen die dat wilden veranderen. In 1784 werd voor dit doel een vereniging opgericht met de naam 'Tot Nut van 't Algemeen'. Er zouden onder andere kleuter- en andere scholen moeten worden gesticht en eenvoudige boeken worden gedrukt; niet alleen voor scholieren, maar ook voor oudere mensen. Ook wilde men dat er meer en betere leraren zouden komen.
In andere delen van ons land ontstonden vervolgens afdelingen van deze vereniging. Deze werden 'departementen' genoemd. In veel plaatsen kwamen er daardoor scholen en bibliotheken. Er werden cursussen en lezingen gegeven. Er kwamen ook spaarbanken en met het geld van die banken werden weer andere nuttige dingen gedaan.
In december 1809 nodigde de heer J.C. Sweijs een aantal mensen uit Barneveld en omgeving uit om te komen praten over de oprichting van een Barnevelds departement. Sweijs was de voorzitter van een leesgezelschap in het dorp en ook lid van het gemeentebestuur. In februari 1810 werd het departement opgericht. Sweijs werd zelf secretaris en ook de andere bestuursleden waren deftige heren. Op 30 mei van dat jaar stelde Sweijs voor een bibliotheek op richten. We weten niet wat er van dit plan terecht is gekomen. In december werd besloten om prijzen uit te reiken aan Barneveldse scholieren wegens 'vlijt, goed gedrag en kunde'. In februari 1812 bedankten 14 leden van het departement. We weten niet waarom. Waarschijnlijk is de vereniging in maart 1812 opgeheven.
33 jaar later, dus in 1845, werd besloten om weer verder te gaan met het departement. Waarschijnlijk werd dat voorgesteld door C.A. Nairac, die toen burgemeester van de gemeente Barneveld was. Er kwam een nieuw bestuur dat vergaderde in een gebouw dat later Nutsgebouw zou gaan heten. Het stond op de plaats waar nu de HEMA is. Al in 1845 kwamen er een spaarbank en een leesbibliotheek in het dorp. Aan het eind van het jaar werd door 't Nut geld ingezameld om de armoede in de komende winter tegen te gaan. Die armoede werd veroorzaakt doordat veel aardappelen dat jaar waren bedorven. De leden en het bestuur van het departement bedachten ook plannen voor nieuwe scholen. Er kwamen een bewaarschool (een soort kleuterschool), een herhalingschool voor mensen die al lang van school waren, een tekenschool voor timmermannen en andere bouwvakkers en zangscholen voor kinderen en volwassenen.
De spaarbank van 't Nut kreeg de naam Spaarbank van 1845 en in 1910 een bijzonder, eigen gebouw in de Langstraat. Daar is nu de kledingwinkel The Old Barn gevestigd. In het dorp vinden we nog een ander cadeau van het departement terug. Dat is de waterpomp op het Raadhuisplein. In 1874 besloten de leden om bij het gemeentehuis een put te laten boren. Daaruit konden de Barnevelders schoon drinkwater pompen. Later is de pomp een paar keer verhuisd, maar nu staat hij weer ongeveer op de oorspronkelijke plaats.
In de zaal van het Nutsgebouw werden in de winter vaak lezingen gehouden over allerlei onderwerpen. Ook was er af en toe een zangavond en werd er een toneelstuk gespeeld. We weten niet zeker tot wanneer het Barneveldse departement heeft bestaan. Volgens de landelijke Maatschappij tot Nut van 't Algemeen is het in 1965 officieel opgeheven. Er bestaan in Nederland nog steeds ongeveer 100 departementen met bij elkaar meer dan 10.000 leden. In Barneveld bestaat nog steeds de Stichting Fonds 1845. Die geeft geld aan goede doelen en is eigenlijk een soort achterkleinkind van het Departement Barneveld van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen.
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Barneveld. Het volgende venster is hier te vinden.
Meer lezen:
Dick Veldhuizen, CC-BY
Barneveld
Streekgeschiedenis
1800-1900
Barneveld
Bibliotheken
Veluwe