Op 20 september 1839 reed de eerste trein in ons land van Amsterdam naar Haarlem. In 1876 kwam de verbinding tussen Amsterdam en Zutphen gereed. De spoorweg liep precies tussen de dorpen Barneveld en Voorthuizen door. Gelukkig werd er wel een station geopend, dat de naam Barneveld-Voorthuizen kreeg. Voor de treinreizigers die naar Barneveld wilden, stond er een paardenkoets (omnibus) klaar.
De meeste van de spoorlijnen liepen van west naar oost, naar Duitsland. Vanaf 1875 werden er plannen gemaakt om ook de noord-zuidverbinding te verbeteren. Spoorlijnen van Amersfoort over Barneveld en Arnhem naar Nijmegen of van Amersfoort via Wageningen naar Nijmegen waren een optie. In 1878 werd een tramlijn tussen Wageningen en Nijkerk ontworpen, waarmee een aantal bloeiende gemeenten met elkaar zou worden verbonden en ook de Zuiderzee met de Rijn. De lijn zou ook belangrijk zijn geweest voor de Rijkslandbouwschool in Wageningen. Door geldgebrek kwam er voorlopig niets van dit plan terecht. Wel werd op 1 februari 1882 een spoorweg tussen Ede en Wageningen geopend, waarover tot 13 maart 1937 een trage tram reed, die in de volksmond Bello werd genoemd.
Voor de verbinding tussen Ede en Nijkerk kwamen er steeds weer nieuwe plannen en commissies met vooraanstaande leden uit plaatsen langs de gewenste lijn. De zaken werden serieus aangepakt nadat in december 1896 de spoorwegmaatschappij 'De Veluwe' werd opgericht. Toen werd verwacht dat de aanleg van de lijn ruim f. 500.000,-- zou gaan kosten. Het baanvak Ede-Barneveld werd op 1 mei 1902 in gebruik genomen en het stuk tussen Barneveld en Nijkerk op 1 december 1903. Langs de lijn waren stations gebouwd in Ede-Dorp, Lunteren, Barneveld-Dorp en Voorthuizen. In Nijkerk werd het station van de Nederlandsche Centraal Spoorwegmaatschappij gebruikt. Er waren ook acht stopplaatsen, waaronder Barneveld-Kruispunt. Daar vinden we nu het station Barneveld Noord. Vlak daarbij kruiste de nieuwe lijn de spoorweg Amsterdam-Zutphen met een viaduct.
In 1937 werd het spoor tussen Barneveld en Nijkerk alweer opgeheven. Het bracht onvoldoende geld op, ook door het tegenvallende aantal passagiers en dat werd weer veroorzaakt door een slechte dienstregeling. Het overblijvende deel werd met een verbindingsboog aangesloten op de Oosterspoorweg tussen Amsterdam en Zutphen. Het stationsgebouw in Voorthuizen is blijven bestaan, maar dat wordt nu voor andere doelen gebruikt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het moeilijk om de treinen regelmatig te laten rijden. Tussen 1945 en 1951 werden de reizigers op de route Amersfoort - Ede vervoerd met autobussen. Die werden 'spoorbussen' genoemd. In mei 1951 werd de spoorlijn weer in gebruik genomen. Vanaf toen reden er elektrische treinen.
De lijn tussen Barneveld Noord en Ede-Wageningen werd door steeds meer mensen Kippenlijn genoemd. Deze bijnaam is ontstaan doordat kippen en eieren van en naar het pluimveecentrum Barneveld werden vervoerd. Het traject van de Kippenlijn is sinds 10 december 2006 deel van de Valleilijn van Amersfoort over Barneveld en Ede naar Wageningen. Tussen Ede en Wageningen worden de passagiers met bussen vervoerd. In april 2006 werd bij station Barneveld Noord het transferium geopend, waar reizigers hun auto kunnen parkeren. Op 2 februari 2015 werd het nieuwe station Barneveld Zuid in gebruik genomen.
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Barneveld. Het volgende venster is hier te vinden.
Om verder te lezen:
Dick Veldhuizen
Barneveld
Streekgeschiedenis
1900-1950
Barneveld
Veluwe