Kasteel Sinderen is waarschijnlijk in de dertiende eeuw gesticht. In 1251 treedt Rudolf van Sinderen op als 'advocatus' van Sinderen. Mogelijk is hij de bouwheer van het gelijknamige kasteel.
Er zijn weinig geschreven bronnen over kasteel Sinderen. Het is onbekend wanneer de Sinderense bidkapel is gesticht en of kasteel en kapel tegelijkertijd zijn opgericht. Het kasteel is in 1875 verkocht en in 1883 gesloopt. Van het sloopmateriaal zijn vijf grote boerderijen gebouwd: de Meyne, de Bongerd, de Roesse, Nieuwe Veld en Scholtenveld. In 1883 wordt het hele landgoed in 11 percelen verdeeld en verkocht op een openbare veiling. Enkele delen van de buitengracht van Huis Sinderen zijn nu nog te zien langs Kasteelweg en Rentmeesterlaan.
De Antoniuskapel is waarschijnlijk gesticht door de eigenaar van het Huis Sinderen. Het was een bidkapel voor de bewoners van de buurtschappen Sinderen en Groot-Breedenbroek. In de beginjaren was de bidkapel opgetrokken uit hout, totdat het in 1660 door een storm werd verwoest. De kapel is in het jaar 1662 herbouwd met middeleeuwse bakstenen, zoals te zien is op de gevelsteen boven de deur. Vervolgens is er in 1770 een stuk aangebouwd aan de voorkant. Uit de archieven blijkt dat leden van de adellijke familie van kasteel Sinderen vanaf dit jaar in de eigen slotkapel begraven werden. In 1840 verbouwden de bewoners de achterkant, om meer ruimte te maken voor de school die in de kapel huisvestte.
Telkens weer is het gebouw van binnen en van buiten aangepast aan de eisen van de tijd. Zo is in 1958 de kapel compleet gerestaureerd. Op initiatief van de Vereniging voor het Sinderens Belang is in 2001 een werkgroep samengesteld die zich bezig houdt met het opknappen van de omgeving. Acht jaar later is ook de binnenkant van de kapel nog een keer opgeknapt.
Helma Tuenter