Asperen ligt in een gebied dat de Vijfherenlanden wordt genoemd en waarin elk dorp in de middeleeuwen zijn eigen kasteel heeft. Het zijn weerbare bouwwerken die op strategische plaatsen liggen en gesticht zijn door het geslacht Van Arkel. In de strijd tussen de familie Van Arkel en de graaf van Holland, de bisschop van Utrecht, de Heer van Vianen en die van Gelre spelen die kastelen een rol.
In 1204 verwoest graaf Willem I van Holland het vermoedelijk twaalfde-eeuwse kasteel Waddestein van de familie Van Arkel te Asperen en de stad zelf. Johan Van Arkel bouwt het kasteel weer op. In 1313 beleent graaf Willem III van Holland Otto van Arkel, heer van Heukelum en Asperen, met de heerlijkheid Asperen en het kasteel. Zijn erfdochter trouwt met een lid van de familie Van Polanen die het kasteel in 1354 in bezit krijgt. Waddestein wordt tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten een plaats delict. In 1460 wordt Rutger IV van den Boetzelaer daar op 55-jarige leeftijd doodgeschoten en in Asperen begraven. De dader is Willem van Buren die in ’s Gravenhage wordt onthoofd.
Op een tekening uit 1646 is een kasteel van vier verdiepingen te zien met een forse ronde toren midden in de voorgevel. Een lange houten brug leidt over de gracht naar de ingang. In 1672 wordt Waddestein, evenals het kasteel van Heukelum, door de Franse troepen opgeblazen, nadat ze ‘...eenige tonnetjes kruid, met brandende lonten onder in de toren van het kasteel geset hadden...’. Het gevolg is zodanig ‘...dat het eenige teid daarna in een stortede, en eindeleik tenenenmaal gesloopt wierd’. Wat overblijft is de voorburcht met een hoge poort, een stalling en een tuinmanswoning.
Waddestein wordt tot op de fundamenten afgebroken en er komt een ronde vijver die in het begin van de negentiende eeuw al weer gedempt wordt. In 1893 laat de Heer van Asperen, S. A. Suter, op de plaats van het oude kasteel een huis bouwen met een mengeling van stijlen. De gemeente Asperen koopt het huis in 1951 en gebruikt het als raadhuis tot aan de gemeentelijke herindeling van 1986, daarna blijft het een gemeentelijke functie vervullen. Archeologisch onderzoek bevestigt in 2011 dat er nog steeds fundamenten onder het maaiveld liggen.
Bronnen:
Ben Boersema, Erfgoed Gelderland, CC-BY