
Op een lijst van de Kleefse ridderschap in 1418 komt de havezate niet voor. Wel volgt een melding van het goed Leemcuyl in 1421 ter gelegenheid van de verkoop van een aangrenzend stuk land dat Hendrick van Karvenum koopt van Henrick van Poelwijck. De stichting van huis Leemcuyl vindt dus tussen 1418 en 1421 plaats. Rond 1500 staat er in Oud-Zevenaar een van de grootste havezaten van de Liemers. In 1549 meldt een bron dat Claes van Camphuysen de aanzienlijke 'havesathen Lemcuil' met een vierkante slotgracht erft van zijn broer Onna.
Hilbrand van Els, schoonzoon van Claeas van Camphuysen is in 1589 de nieuwe bewoner van de Leemcuyl. Na zijn overlijden in 1602 volgt zijn zoon, Onna van Els, als bewoner van de havezate 'Leemcuyl'. Het geslacht Van Elst restaureert in de zeventiende eeuw de havezate die vlak bij de Martinuskerk in Oud-Zevenaar ligt. Op kaarten uit die tijd krijgt de plaats waar de havezate staat de naam Els, Elze of Elst. De Leemcuyl komt vervolgens door vererving in handen van de geslachten Von Udesheim, Von Droste en Von Rhede.
De familie Von Coenen, eigenaars van huis Poelwijck dat ook in Oud-Zevenaar ligt, kopen in 1719 huis Leemcuyl. Dertig jaar later, in 1749, koopt Baron Van Heerma tot Holwinde havezate Poelwijck en eveneens de nabijgelegen havezate Leemcuyl. Die gezamenlijke verkoop vindt ook plaats in 1783, wanneer de Kriegsrath und Postmeister B.A. von Weiler uit Wezel voor de havezaten Poelwijck en Leemcuyl samen tweeënveertigduizend gulden, omgerekend ongeveer negentiendduizend euro, betaalt. Vanaf die tijd raakt het huis in verval en laat tot in deze tijd bovengronds geen sporen na. Een boerenerf met dezelfde naam Leemkuyl staat vanaf de negentiende eeuw als enige herinnering op het terrein van de voormalige havezate.
Bronnen en verder lezen:
Ben Boersema, CC-BY-NC