
Herman van Apeldoorn is een belangrijke koopman uit Deventer en wordt in 1381 als eigenaar van ‘Duestervoert’ genoemd. De familieleden Van Apeldoorn behoren als ridders tot de lage adel en bezitten huis Duistervoorde tot 1612. Dan neemt Willem van Steenbergen dankzij zijn huwelijk met Dorothea van Apeldoorn het bezit over.
Zoon Peter van Steenbergen laat in 1640 Duistervoorde ingrijpend verbouwen en plaatst in het poortgebouw een alliantiewapen, namelijk een combinatie van zijn eigen familiewapenschild met dat van zijn echtgenote Johanna van Voorst. Hun dochter erft Duistervoorde en na haar overlijden in 1666 melden zich drie kandidaten voor de erfenis. Uiteindelijk komt Duistervoorde in handen van de familie Van Stepreadt die via huwelijk en erfenis al een aantal kastelen verzamelde, waaronder Doddendael, Loenersloot, Nijenbeek en Slangenburg. Dit geslacht is tot 1768 heer en meester over Duistervoorde.
Adellijke vererving en verkoop brengen Duistervoorde in 1863 in handen van de Amsterdamse bankier Johan Hendrik Timme, die het middeleeuwse kasteel met poortgebouw laat afbreken en de gracht laat dempen. Hij laat er een villa in Italiaanse stijl voor terugplaatsen. Deze villa wordt voorzien van wit pleisterwerk en gietijzeren balustrades en balkons.
Tijdens een openbare veiling in 1878 wordt het landgoed in percelen verkocht en bouwt het rooms-katholieke kerkbestuur van Twello-Duistervoorde naast de villa de Sint Martinuskerk. In de villa zelf vestigt een zusterorde uit Schijndel een bewaar- en naaischool. In 1967 wordt Duistervoorde gehuurd door de familie Ijsseldijk. In 1999 is het door de familie Smith gekocht van het RK kerk-bisdom.
De villa is in de staat van de verbouwing uit 1864 met het oorspronkelijke interieur als rijksmonument beschermd. Als bed & breakfast en trouwlocatie is het gebouw nog toegankelijk.
Bron: Jan Vredenburg (eindred.), Kastelen in Gelderland, Uitgeverij Matrijs, Utrecht 2013, p. 458-459.
Auteur: Ben Boersema
© Erfgoed Gelderland, CC-BY
Bedankt voor uw feedback.