Het kasteel Broekhuizen ten noorden van Wehl valt in de veertiende eeuw nog onder Gelderse invloed. Vlak daarna, in 1406, komt Wehl onder Kleefs bestuur tot 1816. Bovendien bestaan er in die tijd veel families met die naam, zodat de geschiedenis van Broekhuizen niet makkelijk te achterhalen is. De naam Broekhuizen betekent: ‘huis in een broek’, bedoeld is ‘drassig land’ en dat komt veelvuldig voor in ons land in die tijd.
In 1380 staat Steven van Broickhusen vermeld als leenman van een burcht, bestaande uit een donjon en voorburcht op een eilandje. In 1419 is Rabot van Reedbruec leenman van Broekhuizen. Ook in deze naam zit het woord ‘broek’ en tevens ‘reed’ dat mogelijk riet betekent. In 1424 volgt de familie Broickhusen weer de familie Reedbruec op. Dit geslacht bezit Broekhuizen tot 1533, wanneer er geen wettige nakomelingen zijn. Tien jaar later is Gijsbert van Ulft de nieuwe eigenaar.
Gijsberta van Ulft, dochter van Gijsbert, heeft zelf vijf dochters uit twee huwelijken. Alle dochters krijgen een vijfde deel van de erfenis. De dochter met dezelfde naam als haar moeder Gijsberta komt in 1625 in het bezit van Broekhuizen. In 1647 verkoopt zij Broekhuizen aan haar zoon Gooswijn van Rouwenoort, die het in 1670 kwijtraakt aan Hendrick Frederick Bentink tot de Kemnade, die meerdere goederen koopt. Daardoor raakt waarschijnlijk het geld op en gaat in de volgende erfenis Broekhuizen in 1694 naar Philip Carel von Wylich und Lottum.
Deze laatste laat in de periode tot 1730 de middeleeuwse burcht waarschijnlijk slopen en er een havezate bouwen. In 1765 koopt de rijke Zeeuw Cornelis Steengracht Broekhuizen, waarmee de adel op Broekhuizen verdwijnt. Hij gaat er niet wonen, maar neemt zijn intrek in de Slangenburg bij Doetinchem, dat hij in 1773 van zijn broer Adriaan erft. In 1781 laat hij beide bezittingen na aan zijn kleinzoon Frederik Adriaan von der Golz, die later de titel van graaf verwerft. Zo is de Waardenburg weer in adellijke handen. In 1866 vindt de sloop plaats van het landhuis en het dempen van de grachten. Op de achttiende-eeuwse fundamenten verschijnt de huidige villa met tuinhuis. Deze krijgen in 2000 de status van rijksmonument.
Broekhuizen en de Slangenburg blijven tot 1892 in handen van de familie Von der Golz. De erven besluiten tot verkoop van beide bezittingen. De Duitse industrieel Arnold Passmann, behorend tot het in de Liemers bekende geslacht Van Nispen toty Sevenaer, koopt de Slangenburg en een jaar laten Broekhuizen. Deze familie blijft een halve eeuw lang eigenaar van Broekhuizen. Er woont onder anderen een van Nispen tot Sevenaer die van 1934 tot 1939 burgemeester van Wehl is.
De gemeente Wehl koopt het huis in 1941, dat dertig jaar lang dient tot ambtswoning van de burgemeester, maar verkoopt het in 1971. Er volgen nog verschillende eigenaren, totdat de familie Van de Pas Broekhuizen koopt. Deze verkoopt Broekhuizen in 2012 en daarna dient de villa als advocatenkantoor.
Bronnen:
Ben Boersema, Erfgoed Gelderland, CC-BY