Wolter D.Jzn. Coops, geboren te Doetinchem op 30 september 1764 en aldaar gestorven op 27 augustus 1847 was koopman en zoutzieder.
In 1811 werd hij lid van de municipale raad van Doetinchem. In 1816 werd hij lid van de raad. In 1824 wethouder en in 1843 burgemeester van de stad Doetinchem.
Hij vormde, in de functie van penningmeester, samen met E.J. Planten (voorzitter), Ds. D. Jansen Eijken Sluiters (secretaris), het eerste bestuur (1822) van de afdeling Doetinchem van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Ook was hij lid van de Provinciale Staten van Gelderland. Wolter Coops werd in 1843 op 79-jarige leeftijd benoemd tot burgemeester en mocht dit door hem zo sterk begeerde ambt slechts vier jaar bekleden. Hij werd begraven op de algemene begraafplaats aan de Nieuweweg te Doetinchem (het stadse kerkhof). Zijn naam leeft momenteel nog voort in de Coopsstraat.
Hij trouwde op 15 november 1786 in Zelhem met Harmina Hesselink. Uit dit huwelijk werden twaalf kinderen geboren waaronder Herman Hendrik Timotheus Coops. Deze was vice-admiraal en commandant van de vlootbasis te Vlissingen. Hij was Ridder in de Militaire Willems-Orde 4e klasse, Ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw en Ridder in de Orde van de Rode Adelaar en werd onderscheiden met het Metalen Kruis.
Bronnen:
Kisman, A.K. 1986. Van Gemeentehuizen en Gemeentebestuurders.
Lovink, S.H.Hz 1978. De Geschiedenis van Doetinchem.
Wikipedia, de vrije encyclopedie.
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Doetinchem. Het volgende venster is hier te vinden.