In 1862 kwam Jan van Dijk uit het Friese plaatsje Tzum naar Doetinchem. Hij was in Friesland actief als boer, maar werd in Doetinchem dominee van de Christelijke Afgescheiden Kerk, een kerkgenootschap van dertien gezinnen met een klein kerkje.
De nieuwe dominee miste de steun van een christelijke school. Hij ging op pad in de Achterhoek om hiervoor geld bij elkaar te krijgen. Toen dat niet lukte,ging hij het hele land door om bij allerlei, vaak belangrijke, mensen om financiële steun te vragen. Met succes. In 1865 kon de eerste christelijke school in de Achterhoek geopend worden. Het eerste jaar 75 leerlingen en na twee jaar al 200 leerlingen. Christelijke scholen in onder meer Zelhem en Halle volgden.
Toen Van Dijk in Doetinchem kwam, zag hij dat ze bezig waren met de grond van de stadswallen de gracht te dempen. Van Dijk had een goed zakelijk inzicht en voor 30 cent per vierkante meter werden Van Dijk en zijn gemeente eigenaar van het gebied waar ze later onder meer de kapel met pastorie, het gymnasium en een jongensinternaat (voor leerlingen van de kweekschool) lieten bouwen.
Dominee Van Dijk vond dat ook jongens van eenvoudige komaf een kans moesten hebben om dominee, leraar, arts of advocaat te worden. Hij liet ze naar Doetinchem komen waar ze ondergebracht werden in Ruimzicht, een huis met jongens-zelfbestuur. Twee jongens hadden als directeur de leiding van deze jongensstad. Een ouder inwonend echtpaar zorgde voor de huishouding. Van Dijk had alles echter helemaal zelf onder controle. Wie niet gehoorzaamde, werd letterlijk de laan van Ruimzicht uitgestuurd. De jongens (Dijkianen genoemd) bezochten het gymnasium aan de Van Nispenstraat. Doetinchem was toen een stadje met maar 3500 inwoners. In het topjaar 1893 waren er 160 Dijkianen. Dit aantal paste niet eens in het inmiddels verbouwde Ruimzicht. Rond Doetinchem vinden we nu nog een aantal door Ds. Van Dijk gestichte zondagschooltjes waar leerlingen van Ruimzicht les gaven.
De heer Remmelink uit Steenderen gaf Van Dijk 20 000 gulden (toen een enorm kapitaal) om iets mee te doen waaraan de naam Groen van Prinsterer, een groot christelijk politicus, zou worden verbonden. Het werd de Groen van Prinsterer kweekschool.
Dominee Van Dijk mocht dan wel zeer succesvol zijn. Hij hield zich niet aan de regels van de Christelijke Afgescheiden Kerk en werd in 1869 buitengesloten. Hij stichtte toen een nieuwe kerkelijke gemeenschap, de Nederlands Hervormde Zendingsgemeente die gebruikmaakte van de kapel aan de Van Nispenstraat. In 1900 overleed Van Dijk en werd begraven op het kerkhof aan de Loolaan.
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Doetinchem. Het volgende venster is hier te vinden.
Literatuur
Dr. G.A. Wumkes: Leven en levenswerk van J. van Dijk Mzn., Sneek 1917
G. Blankesteijn, Doetinchem in de loop der eeuwen, Doetinchem, 1978
Doetinchem
Geloof
Onderwijs
1800-1900
Doetinchem
Achterhoek