Ontwikkeling van vervoer

Op de kaart van Jacob van Deventer uit de 16e eeuw is een vaste oeververbinding, een paalbrug, te zien over de Oude IJssel.

Kapotte brug

Een groot nadeel van deze houten brug was dat 's winters tijdens zware ijsgang de brug zeer kwetsbaar was. In 1784 en 1809 werd de brug volledig vernield. Koning Lodewijk Napoleon was in 1809 op reis van 's-Heerenberg naar Doesburg. Hij kwam voor de kapotte brug te staan en overzag het leed dat Doetinchem was aangedaan. Hij schonk de stad een nieuwe brug, kosten: 9.900 gulden. De brug rustte op 12 paalwerken en de lengte was 162 Rijnlandse voeten (bijna 50 meter).

Stoomtram

In 1881 opende de Geldersche Stoomtram Maatschappij o.l.v. dhr. H.H. Erdbrink de eerste stoomtramlijn Doetinchem - Dieren. Hierdoor werd een deel van de Achterhoek ontsloten uit haar isolement. Tot dan toe onderhielden diligences en andere door paarden getrokken voertuigen de enige regelmatige verbinding met de dichtstbijzijnde spoorwegstations (Zevenaar, Zutphen, Emmerik). Zie ook Streekvervoer met stoomtram en stoomtrein.

Trein

In 1885 werd de spoorlijn Zevenaar - Doetinchem - Winterswijk geopend. Opnieuw een belangrijke stap in het ontsluiten van de Achterhoek. In 1937 werd er zelfs nog een aftakking vanuit Doetinchem naar Ruurlo in gebruik genomen.

Tram

In 1902 werd de N.V. Tramwegmaatschappij Zutphen - Emmerik opgericht. Het stationsemplacement en de werkplaats was gevestigd aan de Ds. Van Dijkweg/Hofstraat. Een heel klein stukje rails is nog steeds te zien in het wegdek van de (fiets)brug.

Boot

De Oude IJssel is vanaf 1957 bevaarbaar gemaakt voor schepen van 600 ton. Er zijn nog slechts 2 sluizen, bij Doesburg en tussen Doetinchem en Gaanderen. In 1979 passeerden 2482 schepen de sluis bij Doesburg. (zie ook Scheepvaart op de Oude IJssel).

Dit verhaal is onderdeel van de canon van Doetinchem. Het volgende venster is hier te vinden.