In 1907 begon Th.W.A. Damen met de bouw van de Stoomtimmerfabriek in Wehl. Voor de locatie koos hij een plek aan de spoorlijn, zodat grondstoffen en producten makkelijk aan- en afgevoerd konden worden. Veel mijnhout werd bijvoorbeeld per trein vervoerd naar Zuid-Limburg. De fabriek produceerde niet alleen hout voor gebouwen, maar leverde ook meubilair.
Bouwheer van de Timmerfabriek, Th.W.A. Damen, werd geboren op 28 juli 1876 in Wehl en overleed op 12 augustus 1956. Hij werd architect en aannemer zonder dat hij hiervoor een opleiding had gevolgd. Zoals toen gebruikelijk was, heeft hij zijn kennis opgedaan in de praktijk, door als leerling te werken voor verschillende leermeesters. Zo heeft hij als aannemer bij Huize Zevenaar samengewerkt met E.D. Cuypers (neef van de bekende architect P.J.H. Cuypers). In 1915 werd hij benoemd tot gemeentearchitect.
In Wehl en omstreken heeft Damen als architect en aannemer een groot aantal bouwwerken gerealiseerd. In maart 1907 heeft Damen ingeschreven voor een stuk grond tegenover het station van Wehl. Eigenaar van de grond was dhr. J. Heemskerk, directeur van de coöperatieve zuivelfabriek. Damen deed een bod van 910 gulden en was daarmee de hoogste inschrijver. Het totale oppervlak van het terrein was 2200 vierkante meter. Aansluitend hierop werd later nog iets bijgekocht en een klein gedeelte geruild met de naastgelegen Boerenbond.
In oktober 1907 is hij begonnen met het maken van tekeningen voor een timmerfabriek met een woning. Begin november startte de bouw die uiteindelijk 11 maanden zou duren. De patroonheilige van de timmerlieden, St. Joseph, stond hoog in het vaandel van de bouwheer, zo getuige de naam van zijn eerste fabriek en de keuze van de datum van de eerste steenlegging van het nieuwe bouwwerk: de kerkelijke feestdag van St. Joseph, 19 maart 1908. In het woonhuis werd bij de bouw een glas in lood raam geplaatst met de beeltenis van St.Joseph.
Eind maart was de timmerfabriek in zoverre gereed dat men kon beginnen met de eerste machinale timmerwerken. Begin september werd het bouwen aan de woning beëindigd. In 1915 werd een schuur bijgebouwd en in 1938 een uitbreiding en vervanging. In 1917 voerde Damen zijn idee uit om tussen de woning en de werkplaats een houtzagerij te beginnen. Daarom werd er een 'Krupp' raamzaagmachine geplaatst. Evenals bij de houtbewerkingsmachines stond de aandrijving in het souterrain. Deze zaagmachine (uit 1905) functioneert nog steeds bij eventuele Open Monumenten Dagen.
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werd de naastliggende Boerenbond (ABTB) twee keer gebombardeerd, waarschijnlijk om de bijgelegen draaischijf (treinwissel) uit te schakelen. De Stoomtimmerfabriek en de woning liepen toen veel schade op. Bij het herstel zijn de twee deuren door een grote schuifdeur vervangen.
Afgezien van het feit dat de timmerwerkplaats natuurlijk diende voor de productie van het houtwerk voor gebouwen werd er ook veel meubilair gemaakt, zoals kerkbanken. De kerkbanken uit de Martinuskerk in Wehl komen bijvoorbeeld uit deze timmerwerkplaats. Toen de kapel in het Rosaklooster in Wehl werd opgeheven en de banken werden verplaatst, kwam bij het demonteren ook geregeld de naam Damen, geschreven aan de zijkanten, tevoorschijn.
Het was Damens bedoeling dat er in en rond de timmerfabriek bedrijven voor zijn zoons tot stand zouden komen. Zo kwam er een maalderij in het souterrain (1917), een loonzagerij en in Dalfsen een ontginningsboerderij, waar ook het hout vandaan kwam. Zoon Th.L.A. Damen nam op 15 april 1941 de zagerij over. Op 24 mei 1958 kocht hij de timmerfabriek, waarin echter vanaf 1956, na de dood van de stichter, nauwelijks meer is gewerkt. Vanaf 1999 is het gebouw een beschermd rijksmonument.
Bron: 'De Stoomtimmerfabriek aan de Stationsstraat', Heerlijck NI-JS, nummer 20 december 1994, Oudheidkundige Vereniging Wehl. Met dank aan Leny Schennink-Damen.