Gelderse vlamovens

Innovatie in de straatsteenindustrie

Als gevolg van de brandstofschaarste tijdens de Eerste Wereldoorlog zochten diverse takken van nijverheid naarstig naar mogelijkheden om te bezuinigen op het brandstofverbruik. In de Nederlandse baksteenindustrie richtte men zich op de brandstofverslindende periodieke veldovens. Tegelijkertijd streefde men ernaar de kwaliteit van de straatklinkers te verbeteren. Een nieuw type oven, de vlamoven, combineerde beide wensen.

De Utrechtse steenfabrikant Adriaan van de Koppel ontwierp samen met de ovenbouwer J.J. Wentink dit op de ringoven gebaseerd oventype, waarin het mogelijk was zuiniger en toch intensiever te stoken en daardoor een goede kwaliteit straatstenen te bakken. In 1915 werd de eerste 'vlamoven' gebouwd te IJsselstein. De resultaten waren zo goed dat al spoedig verscheidene steenfabrikanten in het Gelderse Rivierengebied ertoe overgingen hun periodieke veldovens te vervangen door deze continu brandende vlamoven.

Warme gassen

Het bakproces van de vlamoven berustte op hetzelfde principe als dat van de ringoven. Het verschil zat in de constructie. Het rondlopende bakkanaal van de ringoven was bij de vlamoven verdeeld in afzonderlijke kamers met een eigen toegang of poort. De verbinding met de naastgelegen kamers ging via trekgaten onder in de zijwand. De hete gassen stegen op en werden door de gewelfde bovenkant teruggekaatst, waarbij ze onder invloed van de tegenover elkaar liggende trekgaten door de stenen heen werden gezogen en daarna benut voor het verwarmen van de stenen in de naastgelegen kamer.

Goede kwaliteit

Hierdoor verkreeg men een gelijkmatiger temperatuurverdeling en dus ook een beter en gelijkmatiger product dan bij de ringoven. Het brandstofverbruik was wel hoger dan bij de ringoven, maar men kon nu de warmte langer vasthouden, hetgeen nodig was voor het bakken van een goede kwaliteit straatstenen.

N.V. Vlamovenstraatklinker

In 1917 waren her en der in Nederland reeds negentien vlamovens in gebruik, waarvan de meeste in Gelderland. Op 29 november 1917 verenigden de fabrikanten zich in één gezamenlijk verkoopkantoor 'N.V. Vlamovenstraatklinker', eerst gevestigd te Zeist, maar kort daarop in Arnhem. Het doel van de samenwerking was de kwaliteit van het product te verbeteren en ongewenste onderlinge concurrentie te voorkomen. De productie van straatklinkers was daarmee een afzonderlijke productielijn voor een aparte markt geworden.

480 miljoen

De snelle groei van het aantal vlamovens werd bevorderd door het steeds groter wordend brandstofprobleem. De relatief zuinige vlamovens konden zich goed handhaven. In de jaren dertig steeg het aantal vlamovens zelfs tot boven de honderd, waarvan tachtig procent langs de grote rivieren was geconcentreerd. In 1920 was de landelijke productie 480 miljoen straatstenen, een jaar later zelfs 540 miljoen.

Deze tekst is een verkorte versie van een lemma uit het werk 'Gelderland 1900-2000' (eindredactie: Dolly Verhoeven).


Rechten

Ben Janssen

  • Streekgeschiedenis

  • 1900-1950

  • Arnhem

  • Rivierengebied

  • Arnhem e.o.

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl