De Gallische Westlandkessel werd dusdanig vaak in Scandinavië aangetroffen dat deze ketel is vernoemd naar een Noorse geografische streek. Maar ook in Geldermalsen is een Westlandkessel gevonden. Waarschijnlijk is de ketel als offergave bij het buiten gebruik stellen van een waterput geofferd.
De bewoners van de huidige Scandinavische landen wisten heel goed wie de Romeinen waren, waar ze woonden en wat ze voorstelden. Zeker in Denemarken, maar ook in Noorwegen en Zweden zijn veel Romeinse munten, wapens en andere artikelen gevonden. Ze moeten het resultaat zijn van uitwisseling van goederen of diensten met de Romeinen of door plundertochten in het Romeinse gebied. Ook lijkt het erop dat Scandinaviërs dienst namen in het Romeinse leger en na hun diensttijd terugkeerden naar de streek van herkomst.
Een bepaald type bronzen ketel met een bolle bodem, steile wanden en hengsels staat onder archeologen bekend als Westlandkessel, een Duitse term die is afgeleid van de Noorse streek Vestland in zuidwest-Noorwegen. Daar zijn veel van deze ketels gevonden, net als elders in Scandinavië. Ze zijn echter afkomstig te zijn uit de Gallische zone van het Romeinse rijk. Het lijkt een exportproduct te zijn geweest dat geliefd was op de Germaanse en Noordeuropese markt. Westlandkessel werden in Scandinavië veel gebruikt als grafurn, maar komen ook in offerdepots voor.
De bronzen ketel die werd opgegraven op een Romeins nederzettingsterrein in Geldermalsen lijkt ook een offergave te zijn geweest. Het is een variant van de Westlandkessel, met hoge wanden en een ijzeren hengsel. De ketel moet lang in gebruik zijn geweest: hij is zesmaal opgelapt met bronsblik dat tegen de binnenkant werd vastgeniet. Hij werd gevonden in een waterput die rond 150 na Christus is aangelegd. Waarschijnlijk is hij gebruikt om water uit de put op te halen, want in andere putten op het terrein werden nog eens vijf losse hengsels van dit soort ketels gevonden. De ketels zelf heeft men kennelijk weten te redden. In het geval van deze ketel is het niet waarschijnlijk dat hij bij een onhandige schepmanoeuvre verloren is gegaan. In de ketel stond namelijk een grote kan van aardewerk, en het geheel moet bewust in de put zijn afgezonken. Archeologen denken aan een offer, bijvoorbeeld ter gelegenheid van het buiten gebruik stellen van de put. De kan dateert uit circa 175, dus het offer zal in de tweede helft van de tweede eeuw zijn gebracht.
Archeologie
-3000-500
West Betuwe
Rivierengebied