De cholera in Gelderland

Een onbekende en ongekende epidemie in de negentiende eeuw

Op 17 augustus 1832 overleed Harmen Alberts Tuit, lid van de Groningse schutterij, in het militair hospitaal te Nijmegen aan de gevolgen van de ‘Aziatischen braakloop’. Hij werd daarmee, aldus stadsgeneesheer Cornelis van Eldik (1791-1857), het eerste dodelijke slachtoffer van de cholera in Nijmegen. Na hem zouden nog tussen veertig en zestig Nijmegenaren de ziekte krijgen, waarvan meer dan de helft overleed, ondanks de inrichting van een tijdelijk burger-cholera-ziekenhuis. Toch was de situatie in Nijmegen redelijk gunstig. In Arnhem waren meer dan honderdvijftig dodelijke slachtoffers te betreuren.

Een onbekende ziekte

Tuit was niet de eerste die te Nijmegen met de cholera besmet raakte. Dat was, volgens van Eldik, “merkwaardig genoeg” een lid van dezelfde afdeling van de Groningse schutterij. In die tijd wist men namelijk niet hoe de ziekte zich verspreidde. Toch bereidde men zich al enige tijd voor op de komst van deze ziekte, omdat elders in Europa al uitbraken waren. Al sinds het begin van de jaren 1830 hamerde de ‘Provinciale Commissie voor Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzigt’ op maatregelen. Plaatselijke ‘choleracommissies’ moesten de verspreiding het hoofd bieden. Deze commissies konden echter niet voorkomen dat op 9 augustus 1832 de eerste melding van cholera uit Ophemert binnenkwam.

Klompenziekte

Geneeskundigen zoals Van Eldik stonden machteloos. Ze wisten niet precies wat er nodig was. Dat hygiëne een belangrijke rol speelde was volstrekt onbekend. Wel isoleerde men slachtoffers zo veel als mogelijk. Vermoed werd dat de ziekte besmettelijk zou kunnen zijn, hoewel daarover felle discussies werden gevoerd. In vergelijking met het westen van Nederland kwam Gelderland er goed vanaf: in slechts negen van de 118 gemeenten werd de ziekte officieel vastgesteld, hoewel de statistische opgaven uit die tijd bij lange na niet betrouwbaar zijn.

De beperkte medische zorg in die tijd kon niet voorkomen dat slachtoffers verschrikkelijk leden. Inwoners vonden de ziekte angstaanjagend. Vanwege de blauwe gelaatskleur die lijders kregen, werd cholera ook wel ‘de blauwe dood’ genoemd. Door buikloop en overgeven verloor men zo veel vocht dat de meeste slachtoffers stierven aan uitdroging. Was iemand het ene moment nog kerngezond, het andere lag hij of zij in het graf. Omdat de ziekte vooral heerste onder de armste bevolking, werd zij ook wel ‘klompenziekte’ genoemd.

Nieuwe epidemieën 

Cholera zou nog vaker en heftiger terugkeren in Nederland. In 1848-49 was het opnieuw raak. Dit keer had Culemborg de twijfelachtige eer om het eerste Gelderse geval te melden. In totaal overleden meer dan duizend Gelderlanders in eenenveertig gemeenten en het dubbele aantal raakte ermee besmet. Vooral Hedel, Deil, Nijkerk en Arnhem werden zwaar getroffen. Na deze uitbraak begon met te vermoeden dat hygiënische maatregelen belangrijk waren. Ondanks dat bleven sporadische choleragevallen voorkomen.

Verdwenen

De laatste grote epidemie vond plaats in 1866 en dit was ook meteen de heftigste. Vooral in Utrecht en Zuid-Holland lag het sterftecijfer hoog, maar ook in Gelderland was de paniek groot. Vooral in het rivierengebied maakte de ziekte veel slachtoffers. Zo overleed in Zaltbommel bijna drie procent van de gehele bevolking (zie kaart). Ook Arnhem werd wederom heftig getroffen. In totaal vonden in Gelderland ruim veertienhonderd mensen de blauwe dood. Later zouden nog slechts enkele choleragevallen voorkomen. Door verbeterde hygiëne en de ontdekking van de cholerabacterie in 1883 verdween de ziekte begin twintigste eeuw uit Nederland.

Zie ook: Steven Verhoeven, 'Toezien, vastleggen en bestrijden. Infectieziekten en het geneeskundig toezicht in Gelderland in de negentiende eeuw', in: Bijdragen Mededelingen Gelre 111 (2020), p. 169 - 196.

Bronnen:

  • Gelders Archief, Archief Gedeputeerde Staten [0039], inv.nr. 7663-7665. Cholera, 1819-1909.
  • Gelders Archief, Archief Provinciale Staten [0038], inv. nr. 1587; 1604. Verslagen van de toestand der provincie Gelderland 1849; 1866.
  • Gelders Archief, Archief Geneeskundige Commissiën in Gelderland [0102], inv.nr. 10. Notulen Provinciale commissie van geneeskundig onderzoek en toevoorzigt, 1831-1834.
  • P. Kooij, 'Cholera in Groningen', Groniek 195.
  • A. Juch, 'Openbare gezondheidszorg en ziekenzorg', in: F. Keverling-Buisman e.a. (red.), Arnhem van 1700 tot 1900.


Rechten

Steven Verhoeven, CC-BY-NC

  • Streekgeschiedenis

  • 1800-1900

  • Arnhem

  • Arnhem e.o.

  • Het Verhaal van Gelderland

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl