Hoewel Burgers' Dierenpark door tijdige bevoorrading van het voedsel voor de dieren op de oorlog was voorbereid berokkende met name de Slag om Arnhem de dierentuin veel schade. Twee medewerkers en een groot aantal dieren vonden de dood.
Met toestemming van de overheid was Burgers' Dierenpark aan het begin van de oorlog reeds begonnen met het aanleggen van extra voedselvoorraden voor de dieren, zoals granen, haver en meelsoorten. De Duitse militairen die tijdens de oorlog voorbijtrokken, drongen het park echter regelmatig binnen en namen een deel van het voedsel mee. Tot tweemaal toe kwam er een Rode Kruiswagen het park oprijden met Duitse militairen die Feiner Wildbraten nodig hadden, omdat de Ortskommandant een Festessen organiseerde. De eerste keer kwam de directeur Reinier van Hooff net op tijd om te verhinderen dat ze het park als jachtterrein gebruikten. De tweede keer legden ze beslag op tientallen duiven, fazanten, eenden en andere vogels. De vrouw van de directeur wist net te voorkomen dat de soldaten beren en herten afschoten.
Vanaf half september 1944 krijgt de dierentuin gedurende acht maanden het oorlogsgeweld over zich heen. Van 17 tot 25 september 1944 lag Burgers' Zoo tijdens de Slag om Arnhem in de vuurlinie. Tientallen granaten kwamen in het park terecht en dierenverblijven raakten verwoest en dieren werden geroofd of gedood. Bij een granaatinslag van de Geallieerden werd op 28 september 1944 het huis van de directeur getroffen, waarbij twee medewerkers, Cor Metzelaer en zijn schoonvader, om het leven kwamen. Het voederen van de dieren werd levensgevaarlijk. Slechts enkele medewerkers, waaronder Willem Veens en Bob de Jong, blijven op hun post. Bob de Jong zal oktober 1944 nog ernstig gewoond raken bij het verzamelen van voederbieten.
Toen de koelcellen defect raakte mocht de directeur samen met Willem Veens, met toestemming van de Ortskommandant, de Duitse linie passeren voor het verkrijgen van het noodzakelijke vlees voor de roofdieren. Door granaten en bommen lagen er langs de Rijn veel kadavers van gedode koeien en paarden. Met paard en wagen trotseerden ze het strijdgewoel om de kadavers in stukken te snijden en op de wagen te laden om de roofdieren van eten te kunnen voorzien.
Na de bevrijding van het park wordt de balans opgemaakt. Vele dieren, waaronder leeuwen, tijgers, hyenahonden, ijsberen apen, giraffen, pelikanen, jakhalzen, zebra' s, tropische en inheemse vogels hebben de oorlog uiteindelijk niet overleefd. Er worden drie graven achter het leeuwenterras geplaatst, gemarkeerd door een klein kruis met als tekst: ‘Graf voor 14 leeuwen’, ‘Graf voor 2 giraffen’ en ‘Graf voor al onze mensapen’.
Bronnen
Olga Spekman