Naar school in de jaren veertig

IJsvrij en andere herinneringen

Eduard Riewald (1939) kijkt terug op zijn schooltijd in Doesburg direct na de Tweede Wereldoorlog. Het is een tijd met strenge winters en weinig brandstof. Toch heeft hij veel plezier bijvoorbeeld met sneeuwballen gooien en schaatsen.

Bordje op je buik

"Als kleuter zat ik op de bewaarschool. De zusters leerden ons figuurtjes uitprikken op priklappen. Je had toen een soort bordje op je buik hangen met je naam erop en waar je woonde. Dat was nog een overblijfsel uit de oorlog. Bij gevaar, of als er iets gebeurd was, konden ze je naar huis brengen. Ik droeg ook een scapuliermedaille. Daar stond een heilige op, ik denk Maria. In ieder geval werd je beschermd van bovenuit.

Door het hek heen gevoerd

Daarna ging ik naar de R.K. Jongensschool aan de Veerpoortstraat. De jongens en meisjes werden uit elkaar gehouden. Ik was in die tijd zo mager als brandhout. Mijn grootmoeder kwam ‘s morgens tegen half elf naar het speelkwartier met een plakje kaas en een plakje worst, want ik moest groeien. Haha, ik werd door het hek heen gevoerd. Maar er werd wel op dat soort dingen gelet. Er kwam ook een schoolarts voor inentingen en de wijkzuster bestrooide onze hoofden met poeder tegen luizen, vlooien en ander ongedierte.

Genoeg tijd om te spelen

Toen ik op de jongensschool zat moest ik ‘s maandagmorgens voor schooltijd mijn moeder helpen met de was. Ze had een houten wasmachine met een wringer erbovenop en ik moest dan draaien. Verder had ik genoeg tijd om te spelen: elke middag na schooltijd en in het weekend. We speelden altijd op straat, want er waren bijna geen auto’s. We speelden rovertje, indiaantje, oorlogje of voetbalden met elkaar.

Voor de fiets van de agent uitlopen

Met voetballen op straat moest je uitkijken. Als er een politieagent voorbij kwam was je erbij. Dan moest je de bal afgeven en allemaal voor de fiets van de agent uitlopen naar het bureau. Op het bureau moesten we rond een tafel lopen en bij elke tafelpoot kreeg je een flinke tik voor je achterste. Dan werd er verteld dat je niet op straat mocht voetballen. We kregen de bal terug en konden weer naar huis.

Met paard-en-wagen over de bevroren IJssel

De jongensschool had al centrale verwarming. Die werd in de kelder gestookt met grote zwarte brokken cokes. De winters waren lang en koud en de kolen waren schaars. Bovendien was de aanvoer slecht, want door ijs en kou waren de wegen niet goed begaanbaar. Als er niet meer gestookt kon worden, ging de school dicht en hadden we vrij. Het gebeurde wel dat andere scholen al dicht waren, maar de onze nog niet. We gingen dan in het speelkwartier protesteren en riepen: ‘Alle scholen hebben vrij, behalve wij!’ Maar een paar dagen later waren ook bij ons de kolen op en kregen we toch nog vrij. We gingen dan sneeuwballen gooien of schaatsen. Ik kan me twee winters herinneren dat ook de IJssel bevroren was: in 1947 en in 1963. In 1947 moest de brug eruit. Die werd aan de oever vastgelegd. Ik ben met mijn vader en moeder over het ijs gelopen. Zelfs auto’s en paard-en-wagens reden over het ijs."

Voor ‘Een nieuwe tijd! Wederopbouw in de Achterhoek’ vertellen (oud)-inwoners over opgroeien,
werken en wonen in de Achterhoek in de periode 1940-1965. Dit verhaal over Eduard Riewald is geschreven door Elly Holthausen, op basis van een oral history-interview afgenomen door Elly Holthausen in oktober 2019. Dit verhaal is geredigeerd door Lisanne Vroomen.


Rechten

Elly Holthausen, CC-BY

  • Wederopbouw in de Achterhoek

  • Onderwijs

  • Personen

  • Streekgeschiedenis

  • 1900-1950

  • 1950-2000

  • Doesburg

  • Achterhoek

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl