De komst van de Waalbrug heeft veel voeten in de aarde gehad, en niet iedereen in Nijmegen is er blij mee. Niettemin is de brug het icoon van de stad geworden.
Deze tekst maakt onderdeel uit van de special Verbeelding van de Waal, De Waal als barrière, thema Oversteek.
Niet iedereen in Nijmegen was blij toen de Waalbrug in 1936 door Koningin Wilhelmina werd geopend. Aan de winkelpanden in de benedenstad hingen zwarte vlaggen uit. Al vanaf 1905 was er gesproken over de noodzaak van een brug, en vooral over de locatie ervan. De winkeliers en uitbaters in de benedenstad hadden altijd geprofiteerd van de drukte die de veerpont Zeldenrust hier bracht. Zij wilden dat de brug ook zou uitkomen in de benedenstad. De minister van Waterstaat wilde het landhoofd daarentegen bij de Belvédère. De gemeenteraad besloot daarom in 1917 dat de brug er voorlopig niet zou komen.
In de jaren twintig startte de discussie opnieuw. Een brug werd steeds noodzakelijker, omdat zowel het scheepvaartverkeer als het autoverkeer toenam. Er was bovendien behoefte aan werk voor de groeiende groep Nijmeegse werklozen. Het verzet van de Nijmeegse winkeliers hielp dit keer niet. In oktober 1931 werd begonnen met de bouw, grotendeels als werkverschaffingsproject. Toen vijf jaar later de brug feestelijk werd geopend, was dat het einde voor het pontje Zeldenrust en voor veel winkeliers het einde van hun nering.
Hoewel Nederland er in de jaren dertig economisch slecht voor stond, was er gelukkig aandacht voor de schoonheid van de brug. De ingenieurs P. Stelling en W.J.H. Harmsen en architect A.J. van der Steur van het Rijksbureau Bruggenbouw waren verantwoordelijk voor het destijds spectaculaire ontwerp. In verband met de scherpe Waalbocht ten oosten van de nieuwe brug moest een vrije doorvaart van minimaal 220 meter gegarandeerd worden.
Om de brug een zo sierlijk en rank mogelijke aanblik te geven, hadden de ontwerpers een bijzondere constructie bedacht. De brugboog rust niet ter hoogte van het brugdek op de pijlers, maar is ver onder het brugdek in de pijlers geplaatst. De Waalbrug werd met haar overspanning van ruim 244 meter en totale lengte van 604 meter destijds de grootste van Europa. Dit wonder van techniek en esthetiek werd al snel hét gezicht en zelfs het beeldmerk van Nijmegen.
Bijzonder aan de Waalbrug is bovendien het fraaie uitzicht dat onder de brug door mogelijk is. Vanaf de Waalkade biedt de brug een landschapsvenster op het uitgestrekte water van de Waal en het groen van de Ooijpolder. Maar weinig steden kunnen wedijveren met dergelijke panorama’s vanaf het stadscentrum.
Ook met de locatie van de brug moeten we achteraf blij zijn, al zullen de winkeliers van de benedenstad het daar niet mee eens zijn geweest. Een brug die uitkwam bij de benedenstad zou door het inmiddels enorm gegroeide autoverkeer een enorme verstopping van de oude stad hebben betekend.
Vervolg: Waalbruggen in oorlogstijd
Overland, in opdracht van De Bastei, Nijmegen, CC-BY-SA
Verbeelding van de Waal
Landschap
1900-1950
Nijmegen
Rijk van Nijmegen