Van een volksclubje zonder eigen speelveld groeide NEC uit tot een landelijk spelende voetbalvereniging. Vanaf 1945 speelde NEC in De Goffert. Dit was in die tijd een van de grootste stadions van Nederland. Alleen het Olympisch Stadion in Amsterdam en De Kuip in Rotterdam waren groter.
Een aantal Nijmeegse arbeiders richtte in 1900 een voetbalclub op die ze Eendracht noemden. Dat was bijzonder, omdat voetbal toen nog een sport was voor de rijken. Eendracht was snel succesvol. Het volksclubje promoveerde in 1903 naar de Tweede Klasse van de nationale voetbalcompetitie. In 1910 verenigde Eendracht zich met een nog jongere voetbalclub: Nijmegen. Hierna gingen ze verder als Nijmegen Eendracht Combinatie, ofwel NEC.
NEC had goede spelers, maar geen geld. Tot de jaren twintig had de club niet eens een eigen speelveld. Pas in 1936 promoveerde NEC naar de Eerste Klasse, toen het hoogste niveau. Daarna won de club een aantal keer de Oostelijke titel en twee keer, in 1939 en in 1947, bereikte NEC zelfs de derde plaats van Nederland. Tegenwoordig speelt de club een vaste rol in het nationale voetbal. In 1964 promoveerde NEC naar de Eerste Divisie en drie jaar later naar de Eredivisie. Vier keer bereikte NEC de bekerfinale (1973, 1983, 1994, 2000). En even vaak verloor de club die wedstrijd. Heel af en toe speelde NEC op Europees niveau.