Wie snel de rivier wil oversteken, is niet tevreden met een veerpont. Die wil een brug. Militairen, al in de Romeinse tijd, hadden als eerste die behoefte. Nu wordt de Waal dagelijks door honderdduizenden trein- en autopassagiers overgestoken.
Deze tekst maakt onderdeel uit van de special Verbeelding van de Waal, De Waal als barrière, thema Oversteek.
Het is altijd een ingewikkelde en technische opgave geweest om over grote rivieren als de Waal een brug te bouwen. De eersten die de behoefte moeten hebben gevoeld om toch een vaste verbinding aan te leggen moeten de Romeinen zijn geweest. Ten behoeve van de handel en van snelle troepenbewegingen hadden ze in hun rijk een omvangrijk wegennetwerk opgebouwd.
Het is aannemelijk dat de Romeinen ook de Waal hebben overspannen met een bruggen. Dat deden ze ook bij andere rivieren. Een aanwijzing dat er een dergelijke brug over de Waal heeft gelegen komt van de Romeinse geschiedschrijver Tacitus. Hij beschrijft de vredesbesprekingen tijdens de opstand van de Bataven, die toen in het rivierengebied woonden, tegen de Romeinen. Tacitus beschrijft dat men daartoe de brug over de rivier Nabalia vernielde, waarna beide aanvoerders (Civilis en Cerialis) elk vanuit hun kant van de brug de onderhandelingen begonnen. Tacitus vermeldt niet waar deze brug lag, maar het lijkt vanzelfsprekend dat er bij Nijmegen, waar de voornaamste Romeinse versterkingen lagen, een dergelijke brug heeft gelegen.
Toch is dit niet zeker, want het is onduidelijk of Nabalia wel overeenkomt met de Waal. Ook andere stromen komen in aanmerking voor deze naam. In de jaren tachtig van de vorige eeuw vond men in de Waalbedding ijzeren paalschoenen, door de Romeinen gebruikt om houten funderingspalen voor brugpijlers diep de bodem in te kunnen slaan. Maar het is niet zeker of deze paalschoenen werkelijk een brug hebben gedragen. Ze kunnen ook een kade hebben ondersteund.
Na het vertrek van de Romeinen is de plaatselijke bevolking waarschijnlijk niet in staat geweest bruggen over grote rivieren als de Waal te blijven onderhouden. Het duurde zo’n duizend jaar voordat bij de opkomende steden opnieuw de wens ontstond om de rivieren te overbruggen. Behalve een gemakkelijke oversteek leverde dat controle over de scheepvaart op. Over de kleine IJssel bouwden de steden Kampen (1448), Zutphen (1478) en Deventer (1428) al bruggen. Over de veel grotere Waal en Rijn was dat nog niet mogelijk.
Vervolg: Schipbruggen
Overland, in opdracht van De Bastei, Nijmegen, CC-BY-SA
Verbeelding van de Waal
Landschap
-3000-500
Nijmegen
Rijk van Nijmegen