In de tweede helft van de derde eeuw na Christus heerste er grote chaos in onze streken. Aan het begin van de vierde eeuw herstelde de Romeinse keizer Constantijn de Grote de rust. Op het Valkhof werd een kleine versterking aangelegd en op de Waaloever een dorpje.
Een dikke, hoge muur van tufsteen moest het kleine dorp beschermen. De dorpsbewoners begroeven hun doden een stuk ten zuiden van de muur. In 2001 werd het graf van een bewoonster ontdekt in een loden kist onder de Burchtstraat. Zij kreeg de bijnaam 'De Loden Lady'. Dankzij moderne technieken kon haar gezicht worden nagemaakt.
Rond 450 kwam er een einde aan het Romeinse gezag in Nijmegen. De Frankische koningen uit die tijd (Merovingen) kwamen hier aan de macht. De begraafplaatsen uit de vierde eeuw bleven gewoon in gebruik. In 1999 werden tussen de Raadhuisstraat en de Burchtstraat enkele graven van rijke Merovingers gevonden. Ze bevatten ijzeren bijlen en een grote ijzeren lanspunt. Eén van de doden was zelfs bedekt met een kleed waarin gouddraad was verwerkt. In 2006 werd aan het Lentseveld ook een heel bijzondere Merovingische vondst opgegraven: een gedeelte van een zwaardschede versierd met goud en kostbare steentjes.