Het sterkste machtsmiddel van de vakbond is de staking. Hierbij zetten de verenigde werknemers hun werkgevers onder druk door het tijdelijk neerleggen van het werk. In 1978 werd door een samenwerkingsverband van industriebonden de tot dan toe grootste staking ooit in Nederland uitgeroepen. Reden: het moederbedrijf van Honig, Koninklijke Scholten-Honig (KSH), vroeg uitstel van betaling aan. De werknemers wilden een onderzoek naar andere oplossingen afdwingen. Ook in Nijmegen was het hommeles.
KSH was een bekend fabrikant van levensmiddelen. Door een aantal financiële tegenslagen, werd er in 1978 al een aantal jaren verlies gedraaid. Het gevolg was een aanvraag tot uitstel van betaling aan het Amsterdamse Hof. Diezelfde vrijdag nog, 3 maart 1978, bezetten de arbeiders van de vesting in Koog aan de Zaan ‘hun’ fabriek. Zij waren bang hun baan kwijt te raken, en wilden via deze weg het voortbestaan van Honig afdwingen. In de daaropvolgende dagen organiseerden Industriebonden NVV, NKV, CNV en de Voedingsbonden FNV samen de eerste concernbezetting in Nederland. Alle fabrieken van KSH werden bezet. Ook die in Nijmegen, waar 500 banen in het geding waren.
Ondertussen was het conflict zo hoog opgelopen dat het kabinet (Van Agt I) er zich mee ging bemoeien. Nadat op dinsdag 7 maart 1978 het hof KSH uitstel van betaling verleende, zei minister van Landbouw Van der Stee in de media dat hij geen andere permanente oplossing zag dan het opsplitsen van de verschillende fabrieken, wat volgens hem “wel het verlies van enkele honderden arbeidsplaatsen [zal] betekenen, waarbij gedwongen ontslagen niet te voorkomen zijn.” Dit was voor de vakbonden geen oplossing. Zij toonden zich strijdbaar en gingen door met de actie. Het Nijmeegse aktie-komité had een dag eerder al een brief aan alle inwoners van Nijmegen gestuurd, waarin de gemoedstoestand van de stakers werd verwoord: “Wij laten ons niet door een minister voor joker zetten (…) Wij gaan door met de strijd.”
Uiteindelijk kregen zowel de stakers als het kabinet gedeeltelijk hun zin. De staking ging nog drie dagen door, tot 10 maart. Op die dag stemde een meerderheid van de stakers voor beëindiging van de actie. In de maanden daarna werd KSH inderdaad in delen verkocht. Toch konden ook de stakers tevreden zijn: de banen werden behouden. Sterker nog, de nieuwe eigenaar van de levensmiddelengroep, de Centrale Suiker Maatschappij (CSM) besloot tot investeren. Nijmegen kreeg een nieuwe Honig soepfabriek, die tot 2009 zou blijven bestaan.
Dit verhaal is geschreven door Emma Goossens, Kees Huntink, Bas Oerlemans en Elmar van de Ree in het kader van het projectcollege 'Achter de vaandels' van de RU master ‘Geschiedenis en Actualiteit’ en het Katholiek Documentatiecentrum in samenwerking met Stichting Vakbondshistorisch Archief Nijmegen.
Bronnen:
Emma Goossens, Kees Huntink, Bas Oerlemans en Elmar van de Ree, CC-BY
Vakbondsverhalen
Industrie
1950-2000
Nijmegen
Rijk van Nijmegen