De strijd voor oprichting

Arbeiders verenigen zich

In het midden van de negentiende eeuw waren er goede redenen voor de arbeiders om zich te verenigen. Het loon was laag, de werkdag lang en kinderarbeid normaal - Van Houtens befaamde Kinderwetje stamt uit 1874. Een van de eerste groepen arbeiders die het lukte zich formeel te verenigen, waren de typografen, in de ‘Algemeene Nederlandsche Typhographen Bond’.

Nijmeegse typografen

In 1867 werd de Nijmeegse afdeling van de ‘Typographen Bond’ opgericht. De bond zette zich onder meer in voor hogere lonen, wat geen enthousiasme opwekte bij de bazen. Zo liet de uitgever H.C.A. Thieme zich ontvallen dat het maar beter was als de typografen geen lid zouden worden van de bond. Immers waren ‘meerdere leden, die dat wenschten te doen, [inmiddels] werkloos’. Volgens een bericht in de Nieuwe Rotterdamsche Courant beschouwden de leden het als hun plicht ‘eveneens op te stappen, wanneer een der werklieden ontslagen wordt’. Dat doorzetten loont, bewijst een ander krantenbericht, in De Tijd in 1910. In een zakelijk bericht wordt een – voor die tijd – aanzienlijk succes gedeeld. De Nederlandse Rooms Katholieke Typografen Bond had het ‘in meerdere plaatsen’ voor elkaar gekregen dat de 9.5-urige werkdag was ingevoerd! En: ‘Ook de loonactie had in meerdere gevallen goede resultaten’. Doorzetten en niet zwichten voor ‘de baas’ loonde dus wel degelijk, ondanks de dreigende woorden van de patronen.

Katholieke Gezellen Vereeniging

Een andere belangenorganisatie voor typografen te Nijmegen was de in 1880 opgerichte Katholieke Gezellen Vereeniging. Dit gezelschap bond bood echter veel meer dan een vakbond. Het was een ‘negentiende-eeuwse ontspanningsvereniging’ met een ‘breed scala aan activiteiten, zoals de nijverheidsschool en een woningbouwvereniging’ en ondervond onder andere daarom minder tegenstand dan de vakbewegingen die zich alleen op werkomstandigheden richtten.

‘Dooddrukken’

Een laatste sprekend citaat om te illustreren hoeveel tegenstand de arbeiders konden ontmoeten bij de oprichting van een bond, is opgetekend in het Centrum van 8 juli 1926. Een vakbondsman haalt in het artikel aan hoe de fabrieksbaas hem onthaalde in het eerste overleg: ’Dat bondje drukken wij natuurlijk dood’. De vakbondsman, die de R.K. Steenfabrieksarbeidersbond St. Stephanus vertegenwoordigde, slaagde erin om die angstaanjagende opmerking in zijn voordeel te gebruiken: ’Ik heb niet nagelaten met die vriendelijke voorspelling de nodige propaganda te maken!’.

Dit verhaal is geschreven door Emma Goossens, Kees Huntink, Bas Oerlemans en Elmar van de Ree in het kader van het projectcollege 'Achter de vaandels' van de RU master ‘Geschiedenis en Actualiteit’ en het Katholiek Documentatiecentrum in samenwerking met Stichting Vakbondshistorisch Archief Nijmegen.

Verder lezen:

 

 


  • Vakbondsverhalen

  • 1900-1950

  • 1800-1900

  • Nijmegen

  • Rijk van Nijmegen

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl