In de loop van de tijd werd het steeds voller en benauwder binnen de stadsmuren van Nijmegen. Daarom wilden de inwoners hun stad graag uitbreiden. Maar het was een vestingstad die het land moest verdedigen.
Daarom verbood de Nederlandse regering de stadsmuren te slopen. Na lang aandringen van Nijmegen werd de vestingstatus in 1874 toch opgeheven. De stadsmuren en poorten werden afgebroken en er volgde een grote stadsuitbreiding. Nijmegen moest een chique woonstad worden. Aan de Oranjesingel staan nog panden die tijdens deze uitbreiding zijn neergezet.
Aan de westkant van de stad liep het bouwterrein tot de nieuwe spoorlijn naar Arnhem. Aan de zuidzijde ging het om een smalle strook die eindigde bij de Oranjesingel. Ook het begin van de uitvalswegen naar Grave, Mook, Groesbeek en Berg en Dal werd bebouwd. De bouwgrond werd door de stadsuitbreiding vijfentwintig keer zoveel waard.