Op 22 februari 1944 bombardeerden de geallieerden de binnenstad van Nijmegen. Een jaar later wordt de Waalstad opnieuw getroffen tijdens het bevrijdingsoffensief. Het centrumgebied rondom de Burchtstraat, het stationsgebied en het gebied rond de Batavierenstraat worden dan grotendeels verwoest. Hiermee is Nijmegen een van de zwaarst getroffen steden van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Vanaf september 1945 wordt er begonnen met een aantal studies voor de wederopbouw van de stad.
In het uiteindelijke wederopbouwplan is de grondoppervlakte voor straten en pleinen vergroot tot twintig procent van het totaal. In het centrum verdwijnt voor een groot deel de woonfunctie en de niet centrum gebonden bedrijvigheid, zoals de industrie en de pakhuizen. Het aandeel kantoren, horeca en bijzondere gebouwen blijft gelijk. Nieuw zijn de expeditiehoven voor de bevoorrading van de winkels.
De Arnhemse architect W.J. Gerretsen krijgt de leiding. De bouwstijl is zowel modern als traditioneel, meestal een mengvorm, de zogenoemde shake hands-architectuur. Aan de randen van het wederopbouwgebied, de grens met de veelal negentiende-eeuwse bebouwing, wordt gekozen voor meer traditionele architectuur. Door de pandgewijze opzet van de gesloten bouwblokken sluit de wederopbouw aan op de vooroorlogse bebouwing. Het woonwinkelhuis wordt een veel voorkomend type in de binnenstad, maar ook het warenhuis, een relatief nieuw bouwtype, is er te vinden. De aanvankelijk verwelkomde auto worden vanaf de late jaren zestig geweerd uit het centrum door eenrichtingsverkeer, autoloze winkelpromenades en parkeerterreinen aan de rand van het centrum.
De naoorlogse situatie met veel woningnood, vergt een kordate aanpak van de overheden. De rijksoverheid gaat snelheid bevorderende bouwwijzen stimuleren. Het ministerie stelt extra subsidie beschikbaar voor de realisatie van efficiënte betaalbare woningen. Toename van het aantal woningen en groei van die toename is belangrijker dan de steeds duidelijker roep om gevarieerde woonwijken.
De wijk Jerusalem is een goed voorbeeld van de ingezette systeembouw. Het is een wijk met overwegend kleine, goedkope huurwoningen. De wijk krijgt haar naam vanwege de simpele uitvoering en de opvallende witgrijze kleur van haar nieuwbouwwoningen waaronder veel van het 'Airey type'. De bouw begint in 1953, op de tuinbouwgronden achter de Wolfskuilseweg en de Oude Graafseweg. Hierbij worden de Airey-woningen middels prefabricage in snel tempo gebouwd. Bijzonder in Nijmegen is dat het puin van de middeleeuwse binnenstad na het bombardement in februari 1944 verwerkt is in de prefab betonnen 'bouwstenen' van de woningen.
De oorspronkelijke functie van de expeditiehoven, het bevoorraden van de winkels, voldoet uiteindelijk niet meer door de omvang van vrachtverkeer anno 2020. Vanuit het cultuurhistorisch belang worden de woonwinkels (gedeeltelijk) behouden en zo mogelijk met andere functies ingevuld. In 2020 wordt besloten om 220 woningen van de wijk Jerusalem te slopen omdat de huizen sterk verouderd zijn en het niet mogelijk is gebleken de woningen te verduurzamen zonder dat dit zou leiden tot grote huurverhogingen binnen de sociale sector.
Bronnen en verder lezen:
Olga Spekman, CC-BY-NC