Wind in de zeilen: verhalen van een molenaar

Martin Bluijs vertelt over het ambacht van molenaar en over zijn werk op de molen Johanna

Op het Bolderburenterrein in Culemborg, bij de Johannamolen, ontmoeten we molenaar Martin Bluijs (1959). De molen staat er sinds 1878 en is eigendom van de Stichting Elisabeth Weeshuis. Martin vertelt ons hoe hij in 2012 het vak van molenaar is ingerold, wat dit eeuwenoude ambacht voor hem betekent en welke rol de Molen Johanna in Culemborg heeft. De dag dat we er zijn, regent het. Martin klimt eerst – goed gezekerd - de wieken in om lichtjes op te hangen. Het is eind november 2023, we gaan de donkere dagen in. De molen is een belangrijk baken in de buurt. Geen winter zonder lichtjes. Half Culemborg wacht erop.

Een nieuw begin

“Het begon allemaal toen ik in 2012 in Culemborg kwam wonen. Ik kende nog niemand en besloot vrijwilliger te worden bij dit nieuwe terrein, Bolderburen. Ik begon als tuinman maar voor ik het wist was ik leerling bij de molenaar die ook net begonnen was, Russ Pulles. Ik vond het geweldig leuk. Ik ben beleidsadviseur maar ik ben ook opgeleid als timmerman. Dat kwam me goed van pas. Mijn werk bestaat uit heel veel praten en dan is het heel lekker om gewoon een dag met je handen bezig te zijn.”

De magie van de molen

“Een molen is een geweldig apparaat. Het is een heel oude techniek, dat dwingt respect af. Het is intrigerend, meel is een eerste levensbehoefte. En de molen draait gewoon op wind! Het is geweldig om daar deel van uit te mogen maken en om die machine te beheersen. Er komt veel bij kijken. Het is een hele massa, die wieken en die kracht. Er zit heel veel power achter. Kinderen staan er soms echt met open mond naar te kijken. Dat vind ik altijd mooi.”

Cultureel erfgoed

Op de molen malen we meel van spelt, emmer (een oertarwe) en gewone tarwe. Tussendoor komen er soms bezoekers, om meel te kopen of gewoon om te kijken. Educatie is een belangrijk deel van het molenaarschap, want het ambacht valt onder het UNESCO Werelderfgoed. Dat is best wel bijzonder.

In Nederland hebben we een gilde van molenaars met een opleiding. Er is een aantal molenmakers en er is een fonds voor restauraties. Dat hebben ze in andere landen minder. De Duitsers en de Vlamingen leren het vak van ons. Ik was deze zomer in Frankrijk en sprak daar met een stel dat een molen aan het restaureren was. Dat betalen ze allemaal zelf. En als ze de molen eenmaal aan de praat hebben, wat dan? Ze komen een keer hier bij de molen kijken hoe wij meel malen. Dat zijn leuke dingen.”

Een uitdagende leerweg

“Het was niet eenvoudig om molenaar te worden. Ik ben drie jaar leerling geweest en ben een keer gezakt voor het examen. Het is een moeilijk vak om te leren. Je moet veel weten: van het weer, van het materiaal, van onderhoud en vooral van veiligheid. In het leerboek staan op elke bladzijde tien, vijftien woorden waar je nog nooit in je leven van gehoord hebt en die moet je allemaal paraat hebben. Een uitdagend en enorm boeiend vak. Je moet een beetje handig zijn met hout en met gereedschap. Een beetje technisch inzicht is ook handig. Het is wel een stoer beroep. Je werkt met een gevaarlijk apparaat!”

De molen als sociaal hart

“De molen heeft ook een belangrijke sociale functie. De molen brengt mensen samen, ongeacht hun achtergrond. Tijdens het jaarlijkse lichtjesfeest richten we ons heel erg op die mix. In het donker zie je niet wie er naast je staat en dat maakt dat mensen gemakkelijker in gesprek komen. Deze molen is echt deel van de gemeenschap. Als ik de lichtjes niet op tijd ophang, komen de mensen echt vragen wanneer het gebeurt.”

Onderhoud

“Onderhoud van de molen kost veel geld. De molen was behoorlijk verwaarloosd. Sinds de Stichting Elisabeth Weeshuis eigenaar is, wordt alles beetje bij beetje hersteld en blijft de Johannamolen gelukkig behouden. Als er op een molen geen molenaars zijn, is een molen na tien jaar weer een wrak. Het is allemaal van hout en je hebt mensen nodig die er verstand van hebben. Momenteel wachten we op nieuwe wieken en mogen we niet draaien. Wel draai ik elke zaterdag een paar slagen, heel voorzichtig, om alles in beweging te houden. Stilstand is achteruitgang!”

De toekomst

We zijn als molenaars, in het algemeen, behoorlijk vergrijsd. Gelukkig zijn er ook jonge molenaars. En er komen steeds meer vrouwen. Het molenaarschap vraagt best veel tijd, dat wel. Het is ook best fysiek zwaar werk. Maar als je het een beetje slim doet, dan lukt het ook.

Molenaar zijn is meer dan een beroep, je bent onderdeel van een oude traditie, van een levende geschiedenis.”


Rechten

Regionaal Archief Rivierenland, Dianne Duijs en Huub Baijens, CC-BY-SA

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl