Ruud van der Werff, majoor (buiten dienst) bij de Koninklijke Landmacht, is regionaal vertegenwoordiger van de stichting Menno van Coehoorn, die sinds 1932 bestaat. Hij houdt zich bezig met het behoud van militair erfgoed. Hij vertelt over zijn persoonlijke ervaringen met de Arnhemse defensiehaven, hoe het project strikt geheim werd gehouden en waarom het belangrijk is dat toekomstige generaties de geschiedenis ervan kennen.
“Ik reisde vroeger vaak met mijn oma naar de uitspanning de Westerbouwing, met de boot. Die vertrok vanaf de Rijnkade. Als je dan langs de Defensiehaven kwam, dan kon je die stuw niet zien, want er hing een heel groot camouflagenet langs en voorlangs voer meestal een soldaat in een bootje.
Ik kan me nog herinneren, dat als we naar de Westerbouwing fietsten, er een dak van golfplaten over de tankkazematten heen zat. Dat wapentuig had ik nog nooit gezien. Die zag ik pas toen de zaak afgebroken werd. En voor de rest zag je eigenlijk niks. Aan de overkant zat een wachthuisje, die kon je ook niet zien. Maar je moest niet het lef hebben om dat terrein op te gaan.
Als je het lef had om een foto te maken, dan kwam het bootje naar je toe. Je moest dan het filmpje inleveren. Zo werd dat gedaan. Er is nooit geschoten voor zover ik weet, maar in Olst wel. Een schipper meende met zijn zoeklicht op de stuw te schijnen daar en toen heeft een wachter het zoeklicht kapotgeschoten. Er zijn dus wel echt incidenten geweest.
Als de Defensiehaven was ontdekt had dat grote gevolgen kunnen hebben. De tegenstander kon er schade aanrichten. De stuw kapotmaken, de technische installatie saboteren. En dan doet hij het niet. Dat is heel vervelend.
En de geheimhouding was zodanig dat alleen de burgermeester van de gemeentes iets wist van de evacuatieplannen, want er moesten vierhonderdduizend mensen geëvacueerd worden als de stuw daadwerkelijk gebruikt zou worden. Waar moet je naartoe met die mensen?
Het was de tijd van wederopbouw. Arnhem lag in 1955 nog behoorlijk in puin. Als je je bedenkt hoelang het duurt voor zo’n stad weer is opgebouwd en daar komt ook nog een volgelopen IJsselvallei bij, dan is de ellende compleet. Ze moesten wat laten zien om in de NATO-verdediging te blijven. Dat was eigenlijk het verhaal.
Hij die de geschiedenis niet kent, is gedoemd om het weder te beleven. En dat willen we niet. Ik denk dat als je geen verhaal meer kunt vertellen aan het nageslacht, of dat nou de Tweede Wereldoorlog is of een waterlinie, dan is die kennis weg. En dan weet niemand meer wat. Voor je het weet gaan ze weer dezelfde stommiteit uithalen. Is mijn persoonlijke mening hoor.
We hebben nu een hele tijd in vrede en veiligheid geleefd. Je ziet nu pas, door het coronavirus, wat het betekent als je niet meer vrij bent. We mogen blij zijn dat die Koude Oorlog afgelopen is. Alhoewel, is die afgelopen?”
Dit verhaal over Ruud van der Werff is geschreven door Kees Huntink, op basis van een interview door Lian van der Zon in het kader van een oral history project over de Defensiehaven, voor de gemeente Arnhem in 2020. De Defensiehaven was onderdeel van de IJssellinie: een verdedigingswerk dat tot haar opheffing in de jaren 1960 en daarna zo veel mogelijk geheim werd gehouden. Op 6 mei 2021 ging de documentaire 'Geheim aan de Rijn: verhalen over de Defensiehaven' in première. Benieuwd? Kijk 'm op YouTube door hier te klikken.
De verhalen over de Koude Oorlog in Gelderland zijn ook gebundeld in een magazine. Belangstellenden kunnen het magazine bestellen bij Werkgroep Oral History Gelderland, Jan van de Lagemaat. Het kost € 12,50 (€ 16,50 inclusief verzendkosten) via e-mail: werkgroeporalhistorygelderland@gmail.com.
Kees Huntink, CC-BY