Gijs Bouwman (1951) heeft zijn hele leven in Bemmel gewoond. Als kind wist hij dat er geheime dingen gaande waren aan de Waal, maar wat en hoe was niet duidelijk. Later, toen hij vrijwilliger werd bij de Historische Kring Bemmel, is hij veel wijzer geworden.
“Bij Bemmel, langs de Waal, was in het geheim een caissonhaven gebouwd waar de stuw in was gevaren. In een halve cirkel daar omheen waren ter verdediging tankkazematten gemaakt. Die bestaan uit betonnen bakken waar een, uit de oorlog overgebleven, Shermantank ingereden was. De wielen en rupsbanden waren er afgehaald. De loop kon nog dienst doen voor een kanon of mitrailleur en er zat nog een toegangsluik in. Op het moment dat de oorlog zou uitbreken moesten er een aantal soldaten in. Als de kazemat ooit werd geraakt door de vijand dan waren de mannen meteen begraven. Bij de haven was een militair kamp.
Aan de overkant van de Waal was een commandopost en een geneeskundige hulppost opgericht. Ook daar omheen een halve cirkel met tankkazematten. In de gehele cirkel, aan weerskanten van de Waal, waren bunkers, zoeklichten, luchtdoelartillerie, transformatorhuisjes en schakelputten voor de telefoonlijnen. In de Defensiedijk waren inhammen met een groen hek met kleine putjes, dat was voor de stroomvoorziening. Het hele complex was wel vijf kilometer lang en breed. Rondom het hele gebied stonden rood-wit-blauwe wachthuisjes met een schildwacht.
Wij, de inwoners van het dorp, wisten hier niet zoveel van, het was geheim. Een sergeant-majoor, die bij ons in de straat woonde, werd iedere werkdag opgehaald door een auto van Defensie en over de dijk, via Haalderen of via Lent, naar zijn werk gereden. Niemand stelde vragen zo vlak na de oorlog. Als er geoefend werd met het invaren en afzinken van de caisson konden de landerijen onder water lopen. Wij dachten dan dat er een dijk was doorgebroken.
Ondertussen waren de Russen allang op de hoogte van het gehele plan. Wij hebben in het dorpshuis kopieën van kaarten die van hen afkomstig zijn. De hele IJssellinie met de verplaatsbare stuwen, en de verdediging daarvan, staat erop.
In de jaren zestig bleek dat het plan was achterhaald omdat de Bondsrepubliek Duitsland een eigen leger mocht hebben en omdat deze inundatie tegen vliegtuigen en helikopters niet meer zou helpen. De oostgrens van Europa werd honderden kilometers naar het oosten opgeschoven. De IJssellinie was overbodig geworden maar niet voor niets gebleken.
Rijkswaterstaat heeft de kennis over dit soort constructies kunnen gebruiken bij ‘De Deltawerken’ in Zeeland. Daar bleek het goed van pas te komen. Helaas is hier bij ons bijna alles afgebroken. In Arnhem en Olst is er laatste jaren veel gerestaureerd aan de oude constructies, omdat het nu officieel historisch erfgoed is. In Bemmel zijn nog wat vervallen fragmenten maar die zijn moeilijk toegankelijk omdat deze zich op het terrein van de zandwinning bevinden. Aan de overkant in de Ooijpolder liggen ook nog een paar brokstukken”.
Dit interview werd afgenomen in september 2020 door Herma Ter Mul van de Werkgroep Oral History Gelderland. De Werkgroep Oral History Gelderland en mijnGelderland sluiten met de interview-serie Koude Oorlog aan bij het thema Oost-West van het Erfgoedfestival dat Erfgoed Gelderland organiseert.
De verhalen over de Koude Oorlog in Gelderland zijn ook gebundeld in een magazine. Belangstellenden kunnen het magazine bestellen bij Werkgroep Oral History Gelderland, Jan van de Lagemaat. Het kost € 12,50 (€ 16,50 inclusief verzendkosten) via e-mail: werkgroeporalhistorygelderland@gmail.com.
Herma Ter Mul, Werkgroep Oral History Gelderland, CC-BY-NC-SA
Koude Oorlog
Oost - West
Personen
1950-2000
Lingewaard
Arnhem e.o.