Juten dorp

"Grote groepen soldaten kwamen op maandagmorgen en gingen op zaterdagochtend weer weg. Daar hadden we aardig wat werk mee. Op vrijdagavond was er altijd taptoe met kapitein Walter Boer als dirigent van de Koninklijke Militaire Kapel. Als het Wilhelmus werd gespeeld, moesten de mannen in de houding staan en zich stil houden. Als ze schreeuwden of heen en weer liepen, dan grepen wij in.

We bouwden voor de oefeningen ook weleens een heel dorp op zo'n zandverstuiving. Van rollen jute, die spijkerden we aan palen en dan schilderden we er ramen en deuren op. Dan kwamen ze van de Marechaussee en oefenden ze op relletjes. Wij maakten dat dorp met veel plezier. Prachtig mooi weer, midden in de zomer. Je hoefde dan je uniform niet aan, dus lekker in een korte broek. Dan kwam er weer een stel en die schoot het aan flarden."

Dit verhaal hoort bij het project Militairen op de Veluwe

Rechten

Hendrik de Vries, CC-BY-NC