Elk voorjaar rept zich een groep leerlingen van een Edese basisschool met borstels en poetsdoeken naar de hellingen van de Paasberg. Daar staat het Mausoleum: een langgerekt beeldhouwwerk dat alle namen en, heel bijzonder, een aantal graven bevat van verzetsstrijders uit Ede. Het Mausoleum wordt jaarlijks door een andere basisschool geadopteerd.
In de Tweede Wereldoorlog was Ede betrokken bij enkele gevechtshandelingen. In september 1944 ging Operatie Market Garden van start met een bombardement op Ede. In oktober 1944 moesten van de Duitsers alle mannen tussen de 17 en 60 jaar worden ingezet voor graafwerkzaamheden bij de stellingen aan de Rijn. De geallieerden lagen toen aan de overkant. In de nacht van 16 op 17 april 1945 vond een veldslag plaats in Otterlo. Canadese troepen waren de IJssel overgestoken en slaagden erin vluchtende Duitse troepen in te sluiten. In de nacht probeerde een Duitse groep van achthonderd man via Otterlo de Grebbelinie te bereiken die nog in Duitse handen was. Een chaotisch gevecht vond plaats. De Canadezen kwamen in moeilijkheden doordat hun radio slecht functioneerde. Pas de volgende dag braken tanks, ondersteund door vlammenwerpers, door en gaven de Duitsers zich over. Zij telden driehonderd doden en gewonden, terwijl bij de Canadezen vijftig mannen sneuvelden. Onder de dorpsbewoners vielen vier doden. Na de oorlog hielpen de Canadezen in Ede met het herstel van gebouwen en het openluchttheater en zochten ze stenen in de Betuwe voor het Mausoleum.
In de verschillende kernen in de gemeente waren tijdens de Tweede Wereldoorlog verzetsgroepen actief. In Ede maakte onder anderen Henk Wildenburg deel uit van een groep. Hij hielp bij het vluchten van geallieerde piloten en het regelen van onderduikadressen. Ook Janny Laupman hoorde bij de verzetsgroep. Zij werkte in het gemeentehuis en kon daar zowel belangrijke inlichtingen verkrijgen als gegevens vervalsen. Andere bekende verzetshelden waren Bart van Elst, Johannes Kelderman, Herman Roelofsen en de gebroeders Willem en Hendrik van der Mheen.
Voor Lunteren is deze tijd misschien wel de zwartste bladzijde uit de geschiedenis. Mussert, de leider van de NSB, kocht in Lunteren van een rijke NSB'er een stuk heidegrond. Hij wilde hier een 'Nationaal tehuis' voor zijn partij maken. Waarschijnlijk koos hij voor Lunteren omdat het centraal in Nederland ligt. Bovendien werd op de Goudsberg, waar het stuk grond lag, in de middeleeuwen recht gesproken en deed het daarvoor al dienst als Germaanse cultusplaats. Het gebied werd als een openlucht amfitheater ingericht. Een grote gemetselde muur met een spreekgestoelte, de muur van Mussert, begrensde het terrein. Van 1936 tot 1940 werd hier jaarlijks een ledendag gehouden.
In de Lunterse villa's De Eekhoorn en De Wormshoef was een afdeling van de Sicherheitsdienst gevestigd. Abraham Kip (later gevlucht naar Argentinië) en Ries Jansen (later geëxecuteerd) probeerden met martelingen gegevens uit opgepakte mensen te krijgen. Ook werden hier verzetslieden gevangen gehouden die waren opgepakt na een mislukte wapendropping op 8 en 9 maart 1945.
Dit verhaal is het laatste venster van de canon van Ede. Het eerste venster is hier te vinden.
Verder lezen:
Ede
Oorlog
Tweede Wereldoorlog
1900-1950
Ede
Archieven
Veluwe