Een eeuwenoude traditie herleeft jaarlijks op Hemelvaartsdag, het wegen van het roggebrood bij de Muldersfluite tussen Hengelo (Gld) en Zelhem.
In de Markegronden het Gooy, Dunsborg en de Zellemmer- Hattemermarke mochten de bewoners sinds 1529 (en mogelijk nog veel eerder), alleen plaggen steken op voorwaarde dat ze jaarlijks rond Hemelvaartsdag een roggebrood zouden leveren. Het roggebrood werd dan rond Hemelvaartsdag gewogen, en moest minsten 22 pond wegen. Het roggebrood was bestemd voor de armen in de gemeente.
Degenen die het zwaarste brood leverde, wat vaak meer dan 100 pond was, kreeg dan twee flessen wijn. Woog het brood echter minder dan 22 pond, dan moest men zes stuivers betalen. Vanaf 1772 werd het niet leveren van roggebrood bestraft met en dubbele levering in het volgende jaar. Sinds 1807 wordt het brood onder de armen van de diaconie van Hengelo en Zelhem verdeeld.
Nog steeds wordt elk jaar met Hemelvaart een paard en wagen met roggebroden aangevoerd, waarna de broden éen voor éen traditioneel gewogen worden en onder de toeschouwers worden geveild. De gever van het grootse brood krijgt na de weging nog steeds twee flessen wijn. Het geld dat met de weging wordt verdiend gaat naar de Voedselbank in Zelhem.
Door: Harry Somsen, aangepast door redactie
Bekijk het filmpje van Een Wagen Vol Verhalen over dit gebruik op onze website. Blader ook door de foto's, aangeleverd door Harry Somsen.