Als kind was ik altijd op een schip. Ik ben nog net niet aan boord geboren. Mijn vader werkt nog steeds in de scheepvaart. Ik heb eerst een ander vak geleerd, maar later ben ik weer teruggegaan naar de scheepvaart. Samen met mijn vader heb ik een tankvaartonderneming gerund. Sinds 2000 werk ik bij rederij Eureka. Het is een uitdagende baan. Afwisselend en altijd contact met mensen. Elke dag is weer anders, andere rivieren en wisselende routes. Maar de IJssel is voor mij de mooiste rivier om op te varen.
De rivier meandert en er is veel verval. Bij Arnhem is de stroomsnelheid 4 tot 5 kilometer. Hoe verder je in de richting van Kampen komt, hoe lager die snelheid wordt. Dit heeft te maken met het verval en met de breedte van de IJssel. Tussen de IJsselkop en Kampen is er een verval van 9 meter. Er is ook veel te zien langs de rivier, veel natuur, maar ook natuur waar de mens heeft ingegrepen. Bijvoorbeeld de bocht bij Lathum, Giesbeek en De Steeg, waar ze de IJssel vijf kilometer hebben ingekort door bochten af te snijden en de IJssel te kanaliseren. Het uitgegraven zand is gebruikt om de snelweg die evenwijdig loopt op te hogen en een dijk te maken. Qua snelheid en logistiek is dit een enorme vooruitgang, maar voor passagiersschepen zoals die van ons, is het minder want bij die bochten is de natuur interessanter. De Rijn is in vergelijking met de IJssel tot aan Bonn vlak en saai. De IJssel is een nevenrivier van de Rijn en 1/6 van het Rijnwater is bestemd voor de IJssel. De IJssel is voor veel schippers een nachtmerrie omdat de rivier zo bochtig is. Er zijn maar twee manieren om de IJssel te bevaren: goed of verkeerd. Als kapitein moet je bij het varen op de IJssel zeer goed opletten en oog hebben voor de andere schepen én de bochten. De Rijn is te vergelijken met een autobaan en de IJssel met een bergweg met veel bochten en verval. Dat is de charme van de IJssel.
Ons schip is 56 meter lang en dan kun je nog overal op de IJssel draaien, maar met een schip van 110 meter lang en een lading van 3000 ton wordt het een stuk moeilijker. Doe je het niet op de juiste manier, dan lig je dwars en loop je averij op. Voor schippers die hier veel varen zijn de bochten bekend, maar voor vreemde schippers is dit niet het geval en zij varen daarom het liefst alleen overdag.
Rederij Eureka heeft drie schepen, M.P.S Riverdream, Eureka V en Eureka, met een capaciteit van elk tot 600 personen. Zo kunnen we partijen en evenementen organiseren van 30 tot 1800 personen. Op dit moment varen wij met de Eureka en Eureka V. We zijn met de M.P.S Eureka V begonnen in Nijmegen en via Wansum door Noord-Brabant zijn we via Rotterdam weer teruggekomen in Arnhem. Het leuke van ons werk is dat we op alle rivieren van Nederland en verder in Duitsland en België varen. We zijn niet gebonden aan de IJssel. We vinden het een waanzinnig mooie rivier om te bevaren. Wij maken verschillende dagtochten van onder andere Deventer naar Arnhem of Emmerich, Zonnebloemtochten en Rode Kruis tochten, maar we doen ook productpresentaties, vuurwerkvaarten, diners, musicals en andere evenementen. Ook hebben we een "boemel" ( een driehoek) samen met de Nederlandse Spoorwegen en de Veluwse Stoommaatschappij. Hier kunnen mensen gebruik van maken, dan komen ze aan boord in Zutphen en varen met de Eureka naar Dieren, een tocht van anderhalf uur, daar stappen ze over op de stoomtrein en die gaat naar Apeldoorn. Het laatste stuk is dan met de boemel van de NS terug van Apeldoorn naar Zutphen. Omdat deze tocht ook in de schoolvakanties plaats vindt, zien we veel kinderen met opa's, oma's of ouders. Ook de mindervalide mensen met rollators of rolstoel kunnen mee aan boord.
Terugkomend op de IJssel: het is een mooie rivier waar in de loop van de tijd door de mens veel aan veranderd is. Nog steeds is men bezig de rivier te veranderen, om de scheepvaart die met steeds grotere schepen vaart, ook toegang te geven tot de IJssel. En daar zitten een paar flinke bochten in die voor grotere schepen vanwege hun lengte en omvang een probleem zijn. Als zo'n groot schip dwars komt te liggen, reageert het als een dam en dan komt er zoveel water op het schip dat deze kan doorbuigen of breken. Daarbij zijn er nog een paar flessenhalzen zoals de spoorbrug bij Zutphen en Zwolle. Beide bruggen zijn laag gebouwd. Hierdoor bepaalt de NS wanneer we mogen doorvaren, want onze schepen en die van vele ander nautische collega's zijn te hoog en de doorvaarthoogte te laag. Slechts twee keer per uur gaat de spoorbrug in Zwolle tien minuten omhoog. Ook de doorvaaropening van de brug in Zutphen is smal. Onze schepen zijn heel wendbaar, maar met een schip van 110 meter, vol geladen met ongeveer 3000 ton lading, is dit een probleem. De doorvaartbreedte van de brug is rond de twaalf meter, dan heb je nog maar een meter speling.
Vroeger werd de ruimte langs de rivier door de boeren beheerd, maar nu zie je steeds meer dat er ruimten aan de natuur terug wordt gegeven. Dat houdt in dat daar Schotse hooglanders en Przewalskipaarden worden ingezet om te grazen. Daar zie je dus geen gladgestreken voetbalveldjes meer, maar woest landschap. Dat is ook interessanter voor onze passagiers. Bij de Koppenwaard is het echt nog wild. Vooral voorbij de Koppenwaard als je naar links kijkt en je de Veluwezoom ziet: prachtig! Als je stroomopwaarts vaart dan kom je voorbij Doesburg aan bij de Havikerwaard en Rhederlaag. Daar kijk je recht op de Postbank en kasteel Middachten. Schitterend op elk moment van de dag!
Film boottocht over de IJssel en de foto's bij dit verhaal zijn gemaakt door G. Reinders-Roosenboom, Arnhem.
De IJssel in Beeld
Landschap
2000-nu
Arnhem
Arnhem e.o.