In opdracht van de gemeente Apeldoorn heeft het archeologisch bedrijf RAAP in de periode november – december 2021 een proefsleuvenonderzoek en opgraving uitgevoerd in het plangebied Tweelingenlaan. De gemeente wil dit gebied ontwikkelen als onderdeel van het bedrijventerrein Apeldoorn-Noord (Zuidbroek).
In de jaren ’90 van de twintigste eeuw is in het uiterste noordoostelijke deel van het plangebied, en op een terrein ten noordoosten daarvan, al een opgraving uitgevoerd door de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) en de Archeologische Werkgroep Apeldoorn. Daarbij zijn resten van het omgrachte stenen huis ‘Schoonbroek’ uit de veertiende eeuw opgegraven.
In 2021 was het gebouw zelf geen onderdeel van het onderzoek. De archeologen verwachtten nu de resten van de gracht aan te treffen en mogelijk ook sporen van gebruik van het terrein buiten de gracht. Het veldwerk is in december 2021 afgerond, maar de uitwerking is nog in volle gang. De uiteindelijke resultaten zijn dan ook nog niet bekend, maar hier volgt alvast een samenvatting van de eerste bevindingen.
In de verschillende werkputten zijn 199 sporen en een grote hoeveelheid vondstmateriaal aangetroffen. Hoewel al in de vorige eeuw de resten van het gebouw zijn opgegraven, is nog veel onbekend over het huis en zijn bewoners. Mogelijk gaat het om een zaaltoren, waarin (ook) gewoond werd. Ook zou het kunnen gaan om een tiendschuur, voor de opslag van graan. In beide gevallen is het gebouw te relateren aan de laatmiddeleeuwse ontginning van het omliggende gebied. Hopelijk kan het huidige onderzoek meer informatie verschaffen over de aard en functie van het gebouw.
In de noordoostelijke hoek van het plangebied is de gracht aangesneden, die bij het veldonderzoek door de ROB in de jaren ’90 reeds deels was opgegraven. De intacte delen laten een gracht zien van circa 80 cm diep met veel baksteen- en leisteenfragmenten in de opvulling, afkomstig van het veertiende-eeuwse huis. De gracht kende langs de buitenzijde een langzaam afhellend talud. Parallel aan de gracht, op 4-5 m afstand, lag een greppel van ca. 20 cm diep die de buitenlijn van de gracht volgt.
Buiten de gracht is een aantal kuilen en paalkuilen aangetroffen, met daarin veel baksteenpuin en leisteenfragmenten Enkele van deze paalkuilen bleken onderdeel te zijn van een zespalige spieker, een opslagschuur voor hooi of stro met vermoedelijk open wanden en een kap. Vier van de zes palen zijn gedocumenteerd, de overige twee lagen buiten het onderzoeksgebied en zullen in de bodem behouden blijven. Aardewerkscherven in de paalkuilen dateren deze structuur in de veertiende en vijftiende eeuw.
Aan de oostzijde van het plangebied is een natte laagte aangetroffen, met op de bodem een laag met veel organisch materiaal en daarop een pakket grond met veel baksteenresten. Dit betreft bouwmateriaal afkomstig van het omgrachte terrein. De depressie heeft op de bodem een circa 20-30 cm dik venig pakket, dat wordt afgedekt door een humeuze zandlaag. In het onderste veenpakket waren enkele bewerkte stukken hout, wat steengoedscherven uit de veertiende of vijftiende eeuw, een gebroken ijzeren blad van een schep en enkele fragmenten rode baksteen en leisteen aanwezig.
Aard en ouderdom van de sporen worden nog nader onderzocht, waardoor mogelijk meer informatie over het huis Schoonbroek aan het licht komt.
Naast bovenstaande sporen die aan het huis Schoonbroek te relateren zijn, is in het zuidoostelijke deel van het plangebied een stelsel van parallelle greppels aangetroffen. Het gaat hier om sporen van ontginning of grondverbetering, waarvan de ouderdom niet kon worden vastgesteld.
Guido Spanjaard, 2022, CC-BY-NC