De eerste kaden ter bescherming tegen het water van de Waal lagen oostelijk van de dorpen Ewijk en Beuningen, stroomopwaarts en worden zijdewenden (ook wel zijkade, ziendijk of zuwe) genoemd. Een zijdewende is een dijk die loodrecht op de stroomrichting van de rivier ligt.
De zijdewende beschermde het gebied dat benedenstrooms van deze dijk lag en verminderde de kans op wateroverlast. Hierdoor kon het grasland op de oeverwallenhellingen worden omgezet in bouwland.
Bovenstrooms van de zijdewende lag een sloot om het toegestroomde water zo veel mogelijk af te voeren. Ook was de zijdewende meestal direct een grens van een dorpspolder. Na de aanleg van de zijdewenden bleef de behoefte aan bescherming tegen het rivierwater toenemen. Een volgende stap was de aanleg van een achterkade, dwars op de zijdewende, die bescherming bood tegen overstromingswater dat via de kommen zijn weg zocht. Dat zie je terug bij de Oude Wetering.