In 1568 begint de opstand tegen Spanje. Het katholieke Land tussen de Maas en de Waal vormt de buffer tussen de calvinistische noordelijke en de katholieke zuidelijke gewesten. De protestantse Maurits wil de katholieke Spanjaarden verjagen. Hij legt versterkingen aan langs de Waal en de IJssel: de Oranje limes. Na tachtig jaar midden in het strijdgewoel raakt het Land tussen de Maas en Waal economisch uitgeput. De godsdienst van het Noorden, het protestantisme, overwint.
Het Hertogdom Gelre valt in 1543 in handen van Karel V, die vervolgens de ketterij daar wil uitroeien. In 1566 vindt de ‘beeldenstorm’ plaats waarbij katholieke godshuizen geplunderd worden. Dit leidt mede tot een tachtigjarige strijd tussen de protestantse noordelijke en de katholieke zuidelijke gewesten. Het is in eerste instantie een opstand van adel en stedelijke elite tegen het centrale gezag van de Spaanse landsheer. Later mondt het echter ook uit in een strijd tussen Nederlandse katholieken en calvinisten.
Een van de eerste veldslagen in de Tachtigjarige Oorlog vindt in 1574 plaats in het Rijk van Nijmegen: de slag op de Mookerhei. Om de Spanjaarden weg te lokken van het beleg van Leiden, vraagt Willem van Oranje zijn broers Lodewijk en Hendrik van Nassau te hulp. Zij trekken met een Duits huurleger op vanuit het zuiden over de oostelijke Maasoever. De Spanjaarden trekken op vanuit het zuiden over de westelijke Maasoever. Bij Grave steken de Spaanse troepen dankzij een pontonbrug de Maas over en slaan hun kamp op rond het kasteel van Heumen. Op 14 april 1574 begint de veldslag op het terrein tussen de Maas en de Mookerhei. Het leidt tot een totale nederlaag van de Nassau's. Lodewijk en Hendrik sneuvelen.
Er volgen veel gevechten en belegeringen. De Maas en Waal zijn natuurlijke barrières bij de verdediging van de grenzen van het in 1579 ontstane samenwerkingsverband van de Zeven Provinciën. Er komt langs de Waal tot Gorinchem een linie van wachttorens en schansen, de zogenaamde Mauritslinie of Oranje Limes.
De Spanjaarden slaan in 1599 een beleg rond Zaltbommel. Hun positie in de Bommelerwaard is voor de Spanjaarden van belang. Ze leggen bij Heerewaarden, waar Maas en Waal elkaar dicht naderen, fort Sint Andries aan. Maurits wil niet achterblijven en bouwt bij Heerewaarden fort de Voorne. In 1600 bezet hij fort Sint Andries en daarmee de plek die hij ‘de sleutel van Holland’ noemt.
Het land tussen de Maas en de Waal heeft veel te lijden. Huizen en gewassen worden verwoest. Land wordt uit strategisch belang onder water gezet. Slecht betaalde soldaten slaan aan het plunderen. Ze terroriseren de arme boeren op het onbeschermde platteland. Dit alles heeft desastreuze gevolgen voor de economie.
Door de Gereformeerde Kerk tot officiële kerk te maken, verliezen de Rooms-Katholieken steeds meer terrein en macht. Kloosterorden moeten het gebied verlaten. De katholieken mogen niet langer hun godsdienst in het openbaar belijden. De protestanten nemen hun kerken over. De katholieken gaan ondergronds. Ze krijgen steun van adellijke families die katholiek blijven. Zo komt er in de kelders van slot Doddendael in Ewijk met steun van de familie Van Stepraedt een schuilkerk. Franciscaner monniken uit Megen dragen hier de mis op. Om niet herkend te worden, trekken ze als timmerlieden verkleed de Maas over. In kasteel Hernen gebeurt hetzelfde. Ook rond de gemeente Heumen waren enkele schuilkerken. Het zal nog tot aan de Franse tijd duren voordat de katholieken hun eigen kerken weer mogen gebruiken.
Dit verhaal is onderdeel van het Verhaal tussen Maas en Waal. Het volgende venster is hier te vinden.
Bronnen & verder lezen:
Ben Boersema & Adriaan Maters, CC-BY-NC
Verhaal tussen Maas & Waal
Tachtigjarige oorlog
1500-1600
Maasdriel
Rivierengebied
1572