In de strenge winter van 1855 vriest de Lek dicht. Als de dooi inzet, ligt de rivier vol ijsschotsen. Die dreigen de doorgang te blokkeren en de waterstand wordt fors hoger. De dijk bij Maurik houdt het niet en breekt. Langzaam loopt het water over de Rijksstraatweg van Waardenburg richting Culemborg.
Het laaggelegen Culemborgse Veld (bij de huidige snelweg A2) komt twee meter onder water te staan. De bewoners kunnen zich in veiligheid brengen, maar door de kracht van het water storten veel huizen in en spoelen weg. Samen met de inwoners van het laagste deel van de stad vinden de Veldbewoners een onderkomen in de huidige Fransche School. Die is gebouwd als vloedvrij lokaal, met een deur op twee meter hoogte.
Al eeuwenlang horen rivieroverstromingen bij het leven in de Betuwe. Vanaf de achttiende eeuw neemt de overheid steeds meer maatregelen om het overstromingsgevaar tegen te gaan. Echt effectief worden die echter pas in de twintigste eeuw.
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Culemborg. Het volgende venster is hier te vinden.