Op de foto zien we een vuurstenen lemmet van 10 cm lang. Jarenlang was dit voorwerp door anderen aangezien voor een speerpunt.
De Edese amateur-archeoloog Eduard Zuurdeeg herkende dit voorwerp als het lemmet van een vuurstenen dolk, waarvan de stenen handgreep is afgebroken en verdwenen. Het voorwerp werd vervaardigd in het laat-Neolithicum (of Nieuwe Steentijd, die in Nederland en België begon in 5300 v.C.) rond 2300 tot 2000 v.C. Het voorwerp stamt uit Denemarken. Deze vuursteensoort komt namelijk voor in de krijtlagen, die in Denemarken aan de oppervlakte komen.
De vondst werd gedaan in de zomer van 1945 door Ben Bos. De vindplaats was een mulle zandweg langs de zoom van de Sijsselt in Ede, ter hoogte van de Twaalf Apostelen, een groep hoge vliegdennen, die al jarenlang verdwenen is. Via de heer G.W. Bos, broer van de heer Ben Bos en ere-lid van de vereniging Oud Ede, kwam dit zeldzame voorwerp in de collectie.
Vuursteen is het staal van de steentijd. Onmisbaar voor het maken van alle soorten gereedschap om het leven aan te kunnen: vuistbijlen om zich een weg te banen door het oerbos en pijlpunten om met pijl-en-boog een aanval te doen op een prooi. Van een vuursteenknol werden stukken afgeslagen.
De lange en smalle stukken worden ‘klingen’ genoemd. De korte en brede ‘afslagen’. Deze klingen en afslagen worden verwerkt tot krabbers, dolken, messen, beitels, boren en pijlpunten. Van de ‘kern’ die overblijft wordt de vuistbijl geslepen. Met slagstenen, meestal een zandsteen, wordt de kern bewerkt en scherp gemaakt.
Bron:
Historisch Museum Ede, CC-BY
Archeologie
Tot -3000
Ede
Veluwe